Vlamvertragende Chemicaliën
Dutch
Vlamvertragende Chemicaliën
Een vlamvertragende chemische stof is een stof die wordt toegevoegd aan materialen om de verspreiding van vuur tegen te gaan. Deze chemicaliën werken door te interfereren met het verbrandingsproces in verschillende stadia, zoals tijdens verhitting, decompositie, ontsteking of vlamuitbreiding. Vlamvertragers kunnen worden gebruikt in een verscheidenheid aan materialen, waaronder kunststoffen, textiel en bouwmaterialen, om hun brandwerende eigenschappen te verbeteren. Klassen vlamvertragende chemicaliën zijn onder andere:
Gehalogeneerde vlamvertragers: Deze bevatten broom of chloor, waardoor halogeenradicalen vrijkomen die het verbrandingsproces onderbreken. Voorbeelden zijn polybroomdifenylethers (PBDE's) en gechloreerde paraffines.
Vlamvertragers op basis van fosfor: Deze vertragers vormen vaak een beschermende koolstoflaag op het oppervlak van het materiaal, isoleren het van de hittebron en verminderen de brandbaarheid. Voorbeelden zijn organofosfaten en ammoniumpolyfosfaat.
Anorganische vlamvertragers: Dit zijn verbindingen zoals aluminiumhydroxide en magnesiumhydroxide, die waterdamp afgeven bij verhitting, waardoor het materiaal afkoelt en brandbare gassen verdund worden.
Vlamvertragers op basis van stikstof: Deze werken door de vorming van onbrandbare gassen zoals stikstof, die de zuurstof rond de vlam kunnen verdunnen. Voorbeelden zijn melamine en zijn derivaten.
Intumescente (opzwellende) vlamvertragers: Deze zorgen ervoor dat het materiaal opzwelt wanneer het wordt blootgesteld aan hitte, waardoor een isolerende barrière wordt gevormd die het onderliggende materiaal beschermt tegen de vlammen.
Gehalogeneerde vlamvertragers: Deze bevatten broom of chloor, waardoor halogeenradicalen vrijkomen die het verbrandingsproces onderbreken. Voorbeelden zijn polybroomdifenylethers (PBDE's) en gechloreerde paraffines.
Vlamvertragers op basis van fosfor: Deze vertragers vormen vaak een beschermende koolstoflaag op het oppervlak van het materiaal, isoleren het van de hittebron en verminderen de brandbaarheid. Voorbeelden zijn organofosfaten en ammoniumpolyfosfaat.
Anorganische vlamvertragers: Dit zijn verbindingen zoals aluminiumhydroxide en magnesiumhydroxide, die waterdamp afgeven bij verhitting, waardoor het materiaal afkoelt en brandbare gassen verdund worden.
Vlamvertragers op basis van stikstof: Deze werken door de vorming van onbrandbare gassen zoals stikstof, die de zuurstof rond de vlam kunnen verdunnen. Voorbeelden zijn melamine en zijn derivaten.
Intumescente (opzwellende) vlamvertragers: Deze zorgen ervoor dat het materiaal opzwelt wanneer het wordt blootgesteld aan hitte, waardoor een isolerende barrière wordt gevormd die het onderliggende materiaal beschermt tegen de vlammen.
Engels
Flame Retardant Chemical
A flame retardant chemical is a substance that is added to materials to inhibit or resist the spread of fire. These chemicals work by interfering with the combustion process at various stages, such as during heating, decomposition, ignition, or flame spread. Flame retardants can be used in a variety of materials, including plastics, textiles, and building materials, to enhance their fire resistance properties. Classes of flame retardant chemicals include:
Halogenated Flame Retardants: These contain bromine or chlorine, which release halogen radicals that interrupt the combustion process. Examples include polybrominated diphenyl ethers (PBDEs) and chlorinated paraffins.
Phosphorus-Based Flame Retardants: These retardants often form a protective char layer on the material surface, isolating it from the heat source and reducing flammability. Examples include organophosphates and ammonium polyphosphate.
Inorganic Flame Retardants: These typically include compounds like aluminum hydroxide and magnesium hydroxide, which release water vapor when heated, helping to cool the material and dilute combustible gases.
Nitrogen-Based Flame Retardants: These work through the formation of non-combustible gases like nitrogen, which can dilute the oxygen around the flame. Examples include melamine and its derivatives.
Intumescent Flame Retardants: These cause the material to swell when exposed to heat, forming an insulating barrier that protects the underlying material from the flames.
Halogenated Flame Retardants: These contain bromine or chlorine, which release halogen radicals that interrupt the combustion process. Examples include polybrominated diphenyl ethers (PBDEs) and chlorinated paraffins.
Phosphorus-Based Flame Retardants: These retardants often form a protective char layer on the material surface, isolating it from the heat source and reducing flammability. Examples include organophosphates and ammonium polyphosphate.
Inorganic Flame Retardants: These typically include compounds like aluminum hydroxide and magnesium hydroxide, which release water vapor when heated, helping to cool the material and dilute combustible gases.
Nitrogen-Based Flame Retardants: These work through the formation of non-combustible gases like nitrogen, which can dilute the oxygen around the flame. Examples include melamine and its derivatives.
Intumescent Flame Retardants: These cause the material to swell when exposed to heat, forming an insulating barrier that protects the underlying material from the flames.
French
Produit Chimique Ignifuge (rétardateur de flamme)
Un produit chimique ignifuge est une substance qui est ajoutée aux matériaux pour inhiber ou résister à la propagation du feu. Ces produits chimiques agissent en interférant avec le processus de combustion à différents stades, tels que le chauffage, la décomposition, l'allumage ou la propagation de la flamme. Les retardateurs de flamme peuvent être utilisés dans une variété de matériaux, y compris les plastiques, les textiles et les matériaux de construction, afin d'améliorer leurs propriétés de résistance au feu. Les classes de produits chimiques ignifuges comprennent:
Retardateurs de flamme halogénés : Ils contiennent du brome ou du chlore, qui libèrent des radicaux halogènes interrompant le processus de combustion. Les exemples incluent les polybromodiphényléthers (PBDE) et les paraffines chlorées.
Retardateurs de flamme à base de phosphore : Ces retardateurs forment souvent une couche de carbonisation protectrice à la surface du matériau, l'isolant de la source de chaleur et réduisant l'inflammabilité. Les organophosphates et le polyphosphate d'ammonium en sont des exemples.
Retardateurs de flamme inorganiques : Il s'agit généralement de composés tels que l'hydroxyde d'aluminium et l'hydroxyde de magnésium, qui libèrent de la vapeur d'eau lorsqu'ils sont chauffés, ce qui contribue à refroidir le matériau et à diluer les gaz combustibles.
Retardateurs de flamme à base d'azote : Ils agissent par la formation de gaz non combustibles comme l'azote, qui peuvent diluer l'oxygène autour de la flamme. La mélamine et ses dérivés en sont des exemples.
Retardateurs de flamme intumescents : Ils font gonfler le matériau lorsqu'il est exposé à la chaleur, formant une barrière isolante qui protège le matériau sous-jacent des flammes.
Retardateurs de flamme halogénés : Ils contiennent du brome ou du chlore, qui libèrent des radicaux halogènes interrompant le processus de combustion. Les exemples incluent les polybromodiphényléthers (PBDE) et les paraffines chlorées.
Retardateurs de flamme à base de phosphore : Ces retardateurs forment souvent une couche de carbonisation protectrice à la surface du matériau, l'isolant de la source de chaleur et réduisant l'inflammabilité. Les organophosphates et le polyphosphate d'ammonium en sont des exemples.
Retardateurs de flamme inorganiques : Il s'agit généralement de composés tels que l'hydroxyde d'aluminium et l'hydroxyde de magnésium, qui libèrent de la vapeur d'eau lorsqu'ils sont chauffés, ce qui contribue à refroidir le matériau et à diluer les gaz combustibles.
Retardateurs de flamme à base d'azote : Ils agissent par la formation de gaz non combustibles comme l'azote, qui peuvent diluer l'oxygène autour de la flamme. La mélamine et ses dérivés en sont des exemples.
Retardateurs de flamme intumescents : Ils font gonfler le matériau lorsqu'il est exposé à la chaleur, formant une barrière isolante qui protège le matériau sous-jacent des flammes.