• Product
  • Proces
  • Testing
  • Vezels
  • Garens
  • Bedrijfsconcept
  • Chemicaliën
  • Kleding
  • Reset All
  • Aanvoerrol, aanvoercylinder

    Een aanvoerrol leidt een garen naar een volgende verwerkingsstap.

  • Abaca

    De abaca is een bananensoort die oorspronkelijk op de Filipijnen groeide en een vezel levert, de manillahennep, die geoogst wordt uit de bladeren en bladnerven. De manillahennep is zeewaterbestendig wordt vooral gebruikt in de touwslagerij.

  • Abrasieweerstand, schuurweerstand

    De weerstand van een vezel of weefsel tegen oppervlakteslijtage en wrijving.

  • Acetaatvezel

    Celluloseacetaat is een kunststof, die werd ontwikkeld in 1865 en is een ester van cellulose en azijnzuur. Het wordt vooral toegepast als kunstvezel in textiel onder namen als celanese en acetaat. Toepassingen in lingerie, bruidsjurken, feestkledij, blouses. Tegenwoordig wordt het gemengd met katoen, wol, nylon. Het wordt ook gebruikt voor gordijnen, sigarettenfilters en andere filters, luiers, viltstiften.

  • Acrylvezel

    Acrylvezel, ook wel polyacryl, polyacrylonitril of kortweg acryl genoemd, is een synthetische vezel, die wordt verkregen uit polymerisatie van acrylonitril.

  • Actieve chemische producten (ACP's)

    ACP's zijn gemodificeerde polymeren, preparaten en chemische stoffen die gebruikt worden in de textielindustrie. ACP's zijn ofwel al geïntegreerd in de vezelproductie of worden toegevoegd tijdens een latere fase van de textielproductie.

    OEKO-TEX® maakt voornamelijk onderscheid tussen biologisch actieve stoffen / biociden en vlamvertragende stoffen. Biologisch actieve vezelmaterialen kunnen deel uitmaken van geurwerend of antimicrobieel textiel. Vlamvertragende afwerkingen worden bijvoorbeeld gebruikt in brandweeruniformen.

  • Ademhalingsbeschermingsmiddelen

    Ademhalingsbeschermingsmiddelen worden gebruikt om de individuele drager te beschermen tegen het inademen van gevaarlijke stoffen in de lucht van de werkplek.
    Ze zijn er in twee soorten:
    1. Ademhalingsapparaat (filterapparaat) - met behulp van filters worden verontreinigingen in de lucht van de werkplek verwijderd. Ze omvatten (a) Niet-aangedreven ademhalingstoestellen die afhankelijk zijn van de ademhaling van de drager om lucht door het filter aan te zuigen en (b) Aangedreven ademhalingstoestellen die een motor gebruiken om lucht door de filter te laten stromen om de drager schone lucht te geven.
    2. Ademhalingsapparatuur (BA) - heeft een toevoer van zuurstof van een onafhankelijke bron nodig (bijvoorbeeld een luchtcilinder of een luchtcompressor).

  • Advertainment

    Adventertainment [± sluikreklame] is een term die wordt gebruikt om entertainment te beschrijven dat elementen van reclame bevat. Het is de praktijk van het integreren van merkcommunicatie binnen de inhoud van entertainmentproducten (films, liedjes, tv-shows, etc.) Het woord advertainment is een portmanteau van reclame en entertainment. De functie ervan is om commerciële producten op een leuke en vermakelijke manier te presenteren, zodat de consument wordt aangetrokken en het product wil uitzoeken. Het is een minder directe vorm van reclame in vergelijking met tv-commercials voor producten.

  • Afvalinzameling

    Inzameling: het verzamelen van afvalstoffen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;
    Gescheiden inzameling: de inzameling waarbij een afvalstroom gescheiden wordt naar soort en aard van het afval om een specifieke behandeling te vergemakkelijken;

    Bron: Richtlijn 2008/98/EG

  • Afvalpreventie

    Maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal of product afvalstof is geworden, ter vermindering van:
    a) de hoeveelheid afvalstoffen, inclusief via het hergebruik van producten of de verlenging van de levensduur van producten;
    b) de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid; of
    c) het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten.

    Bron: Richtlijn 2008/98/EG

  • Afvalstof

    Elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

    Bron: Richtlijn 2008/98/EG

  • Afvalstoffenbeheer

    Inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van activiteiten van handelaars* of makelaars**.

    Bron: Richtlijn 2008/98/EG

    *handelaar: iedere onderneming die als verantwoordelijke optreedt bij het aankopen en vervolgens verkopen van afval, met inbegrip van handelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;
    **makelaar: iedere onderneming die ten behoeve van anderen de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van makelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben.

  • Agrotextiel

    Agrotextiel is textiel dat speciaal ontworpen en gebruikt wordt voor landbouwtoepassingen. Dit textiel heeft vele functies in de landbouw, waaronder het beschermen van gewassen tegen slechte weersomstandigheden zoals vorst, wind en overmatig zonlicht, het beheersen van onkruidgroei, het vasthouden van bodemvocht en het ondersteunen van plantengroei. Agrotextiel kan worden gemaakt van verschillende materialen, zoals geweven of niet-geweven stoffen, en is verkrijgbaar in verschillende vormen, zoals netten, mulch en rijenbedekking. Ze spelen een essentiële rol in de moderne landbouw door het verhogen van gewasopbrengsten, het bevorderen van efficiënt gebruik van hulpbronnen en het waarborgen van ecologische duurzaamheid.

  • AI Artificiële Intelligentie

    Kunstmatige intelligentie (AI) verwijst naar de simulatie van menselijke intelligentieprocessen door machines, vooral computersystemen. Deze processen omvatten leren (het verwerven van informatie en regels om die informatie te gebruiken), redeneren (regels gebruiken om tot benaderende of definitieve conclusies te komen) en zelfcorrectie. AI omvat een breed scala aan technieken en benaderingen, waaronder machinaal leren, diep leren, natuurlijke taalverwerking, computervisie en robotica. Het doel van AI is om systemen te maken die taken kunnen uitvoeren waarvoor normaal gesproken menselijke intelligentie nodig is, zoals het begrijpen van taal, het herkennen van patronen, het nemen van beslissingen en het oplossen van problemen.

  • AI-ethiek

    AI-ethiek is de studie en toepassing van ethische principes op de ontwikkeling en inzet van AI-technologieën en zorgt ervoor dat AI op verantwoorde wijze wordt ontwikkeld, waarbij aandacht wordt besteed aan zaken als vooringenomenheid, eerlijkheid, transparantie en verantwoordingsplicht.

  • Aida stof

    Aida-stof is een soort stof die speciaal is ontworpen voor kruissteekborduurwerk. Het is geweven met gelijkmatig verdeelde gaten of 'blokken' die het gemakkelijk maken om regelmatige steken te maken. Aida-stof is meestal gemaakt van katoen of een katoenmengsel en is verkrijgbaar in verschillende steektellingen, die het aantal steken per inch aangeven. De meest voorkomende zijn 11, 14 en 18 steken. Hoe hoger de telling, hoe kleiner de stippen. Aida-stof wordt veel gebruikt door borduursters vanwege het gebruiksgemak en de beschikbaarheid in verschillende kleuren en maten.

  • Air-Jet Spinning

    Pneumatische methode waarbij een garen wordt gesponnen via het wikkelen van vezels door middel van perslucht omheen een vezelstreng, die de kern van het garen vormt.

  • Airlaid nonwoven

    Airlaid nonwovens worden geproduceerd door de vezels in een luchtstroom te brengen en van daaruit op een transportband of geperforeerde drum waar ze een toevallig gevormd web vormen.

  • Amorfe polymeren

    Amorfe polymeren hebben een willekeurige moleculaire structuur. Ze hebben geen scherp smeltpunt. Als de temperatuur stijgt, wordt het amorfe materiaal zachter. Deze materialen zijn gevoeliger voor spanningsbreuk door de aanwezigheid van koolwaterstoffen. Voorbeelden van amorfe polymeren zijn PC, PMMA, PVC, ABS en GPPS.

  • Angel Investor

    Een angel investor verschaft startkapitaal voor startende bedrijven, meestal in ruil voor een aandeel in het bedrijf.
    De investeerder kan op puur professionele basis betrokken zijn bij een aantal projecten, of kan familie of vrienden van de ondernemer zijn. De betrokkenheid van de investeerder kan een eenmalige injectie van startkapitaal zijn of een voortdurende injectie van geld om een product op de markt te brengen.
    Angel investors zijn meestal geen kredietverstrekkers. Ze steken geld in een idee dat ze leuk vinden en verwachten alleen een beloning als en wanneer het bedrijf van de grond komt.

  • Angora

    Verwar de volgende grondstoffen niet: mohair komt van een geit, terwijl een konijn het angora levert.

  • Anorak

    De anorak is oorspronkelijk een kledingstuk van de Inuit dat hen tijdens hun jacht in kajaks en op sleeën beschermt tegen neerslag en kou.

  • Antimoon (Sb)

    CAS: 7440-36-0
    zilvergrijs metalloïde, chemisch element dat sinds de oudheid bekend is. Het wordt soms vrij in de natuur aangetroffen maar wordt meestal gedolven uit stibniet- (Sb2S3) en valentinietmijnen (Sb2O3). De Franse chemicus, Nicolas Lémery, was de eerste die een wetenschappelijke studie maakte van (de bestanddelen van) antimoon. Hij publiceerde zijn bevindingen in 1707.
    Toepassingen: antimoon wordt gebruikt als katalysator in de productie van polyester en als vlamvertrager, alsook in vele andere toepassingen.
    Gezondheidsrisico's: langdurige blootstelling aan relatief hoge concentraties van antimoon (9 mg/m³ lucht) leiden tot irritatie van de ogen, huid en longen.

  • Antropoceen

    De term Antropoceen komt van de Griekse woorden mens en nieuw, maar de definitie ervan is omstreden. De term werd in de jaren 1980 bedacht en werd in 2000 populair door wetenschappers Paul J Crutzen en Eugene F Stoermer. Zij stelden voor dat we ons in een nieuw geologisch tijdperk bevinden als gevolg van de invloed van de mens. Het wordt algemeen erkend dat Homo sapiens de systemen, het milieu en de biodiversiteit op aarde aanzienlijk heeft veranderd. Ondanks het feit dat de mens slechts 200.000 jaar van de 4,5 miljard jaar oude geschiedenis van de aarde heeft meegemaakt, heeft hij de fysieke, chemische en biologische systemen van de planeet drastisch veranderd. In de afgelopen 60 jaar zijn de menselijke activiteiten in een stroomversnelling geraakt, wat heeft geleid tot problemen zoals koolstofuitstoot, opwarming van de aarde, vernietiging van habitats en uitsterven van soorten. Sommigen beweren dat deze veranderingen niet genoeg zijn om een nieuw geologisch tijdperk uit te roepen, het Antropoceen, en wetenschappers wereldwijd discussiëren hier nog steeds over.

    Bron: nhm.ac.uk

  • Aramidevezels (Nomex, Kevlar)

    Aramidevezels zijn uiterst sterke, synthetische vezels met een zeer hoge hitteweerstand. Nomex en Kevlar zijn handelsnamen. Deze aromatische polyamidevezels worden gebruikt in de ruimtevaart en militaire toepassingen, in kogelwerend textiel en ballistische composieten, in fietsbanden, scheepstouwen, versterkingen voor scheepsrompen en als substituut voor asbest. Aramides hebben een heel hoog smeltpunt (>500 °C).

  • Argyle patroon

    Een argyle patroon bestaat uit overlappende ruiten met kruisende diagonale lijnen bovenop de ruiten. Ze worden traditioneel gebreid, niet geweven, met behulp van een intarsiatechniek (Intarsia is een kleurwerktechniek waarbij verschillende kleuren garen worden gebruikt om patronen of dessins op een stof te maken. In tegenstelling tot gestrand colorwork, waarbij meerdere garens over de backing van het werk worden gedragen, vereist intarsia afzonderlijke bolletjes of klosjes garen voor elk deel van de kleur).
    Het patroon is vernoemd naar de 17e-eeuwse tartan van Clan Campbell uit Argyll in het westen van Schotland. Oorspronkelijk droegen Schotse Hooglanders dit motief op kilts en sokken, ook wel tartan hose genoemd.

  • Arseen (As)

    CAS: 7440-38-2
    Arseen is een chemisch element met atoomnummer 33. Arseen komt voor in vele mineralen, vooral in combinatie met zwavel en metalen, maar ook in het mineraal arsenopyriet (FeSAs), waaruit bij verhitting arseen sublimeert. Arseen is een metalloïde en is enkel in zijn grijze vorm interessant voor de industrie.
    Toepassingen: Arseen en zijn componenten worden onder andere gebruikt is sommige kleurstoffen, pesticiden, behandelde houtproducten, herbiciden en insecticiden.
    Gezondheidsrisico's: de blootstelling aan anorganisch arseen kan onder andere leiden tot irritatie van de maag en de ingewanden, verlaagde productie van rode en witte bloedcellen, huidveranderingen en longirritatie. Organisch arseen veroorzaakt geen kanker noch DNA schade, maar een blootstelling aan hoge dosissen kan de zenuwen aantasten en leiden tot maagpijn.

  • Asbest

    Asbest is de verzamelnaam voor verschillende natuurlijke mineralen (anthophylliet, amfibool, serpentine) die voorkomen in de vorm van kristallijne vezels. Asbest wordt eerst geplet om de vezelmassa te openen, vervolgens gekaard en gesponnen tot ronde vezels met een lengte van 1 tot 30 cm. Asbest heeft een zeer goede weerstand tegen hitte en verbranding, tegen zuren en alkali en andere chemicaliën. Ondanks zijn geringe sterkte, is de vezel niet onderhevig aan bederf bij normaal gebruik en wordt het niet beschadigd door insecten of micro-organismen. Asbest werd gebruikt in brandbestendige kleding, transportbanden, remvoeringen, (industriële) pakkingen, elektrische wikkelingen, isolatiematerialen en geluidsisolerende materialen.
    Omdat het inademen van vrijgekomen asbestvezels een ernstig gezondheidsrisico inhoudt, wordt asbest in steeds meer landen en toepassingen verbannen.

  • Astrakan

    Astrakan of Persianer is een kortharig bont met zeer uiteenlopende haarstructuur, variërend van sterk krullend tot platte krul en moiré-typen. Het is in de bruine en zwarte tinten meestal geverfd. Gewicht en soepelheid kunnen veel verschillen. Het is afkomstig van het pasgeboren lam van het karakoelschaap. Als het lam al binnen 48 uur geslacht is heet het breitschwanz.

  • Athleisure

    Sportkleding voor dagelijkse activiteiten, zoals leggings, joggingbroeken en sportbeha's, is een populaire keuze voor comfort en stijl. Merken die zich specialiseren in athleisure zijn bijzonder populair geworden.

  • Autoclaaf

    Een autoclaaf is een drukkamer die wordt gebruikt om industriële processen uit te voeren die hoge temperaturen vereisen en een druk die verschilt van de omgevingsdruk. Autoclaven worden in de textielindustrie gebruikt om verschillende veredelingsoperaties uit te voeren; in de medische wereld worden ze gebruikt om instrumenten en doeken te steriliseren; in de chemische industrie voor het uitharden van coatings en om rubber te vulkaniseren.

  • Azokleurstoffen

    Azokleurstoffen zijn organische verbindingen die zeer vaak worden toegepast in het verven van textiel, lederen producten en sommige etenswaren. Ze zijn chemisch verwant met azo-pigmenten die niet oplosbaar zijn in water en andere solventen. Veel azo-pigmenten zijn niet giftig, maar sommige, zoals dinitronaline oranje, ortho-nitronaniline oranje, of oranje pigment 1, 2, en 5 zijn mutageen en kankerverwekkend.
    Azokleurstoffen afkomstig van benzidine zijn kankerverwekkend: blootstelling eraan wordt geassocieeerd met blaaskanker. Daarom werd de productie van benzidine azokleurstoffen gestopt in de jaren 1980 in de belangrijkste westerse geïndustrialiseerde landen.
    Bepaalde azokleurstoffen degraderen onder reductieve omstandigheden waarbij ze aromatische amines vrijstellen. De productie en verkoop van consumentengoederen die opgelijste aromatische aminses bevatten afkomstig uit azokleurstoffen werden verboden in de Europese lidstaten sinds september 2003. Omdat slechts een beperkt aantal kleurstoffen een beperkt aantal amines bevatten, werden slechts een paar producten hierdoor getroffen.

  • Babykleding

    Kleding voor kinderen tijdens hun eerste levensjaar. STANDARD 100 by OEKO-TEX® legt de strengste vereisten op voor kleding/artikels voor baby's en peuters tot 3 jaar (ondergoed, kruippakjes, kleding, beddengoed, badstof producten, enz.).

  • Badjas

    Een badjas, ochtendjas of kamerjas is een loszittend kledingstuk uit badstof, katoen of fleece en wordt gedragen over nacht- of andere kleding of op het naakte lichaam. Een badjas wordt typisch thuis gedragen na het bad of aan het zwembad.

  • Badpak

    Een badpak is een kledingstuk dat vrouwen (maar in vroegere tijden ook mannen) aantrekken om aan sport of andere activiteiten in het water te doen, zoals zwemmen, duiken en surfen, maar ook zonnebaden.

  • Badstof

    Badstof (spons) is een absorberend weefsel gebaseerd op de vlakke binding waarin een set van lussen wordt geweven doorheen het oppervlak van het weefsel. De lussen worden niet doorgesneden. De hierdoor toegevoegde oppervlakte verhoogt het absorptievermogen en maakt het tot een ideale handdoek voor verschillende doeleinden. Hoe langer en hoe dichter de lussen tegen elkaar liggen, hoe groter de absorberende kracht. Badstof wordt verwerkt tot handdoeken, badjassen en absorberende hoofdbanden.

  • Bastvezel

    De bastvezel wordt uit het floëem of de bast van bepaalde planten gewonnen. Voorbeelden zijn: vlas (linnen), hennep, jute, kenaf, kudzu, okra, ramie.

  • Beha

    Een beha, bh of bustehouder is een aansluitend kledingstuk dat vrouwen als ondergoed dragen ter ondersteuning en bescherming van hun borsten.

  • Berbergaren

    Ecru garen met bruine spikkels, vooral gebruikt in de productie van tapijten.

  • Beschermende handschoenen

    Beschermende handschoenen behoren net als beschermende kleding tot de groep van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en kunnen in 3 categorieën worden onderverdeeld volgens type en risico/gevaar waartegen ze bescherming bieden:

    CATEGORIE I / EENVOUDIG ONTWERP: Handschoenen die worden gebruikt voor werk met een minimum aan risico's, zoals tuinhandschoenen en montagehandschoenen. De fabrikant moet kunnen aantonen dat het product voldoet aan de fundamentele eisen voor beschermende handschoenen (volgens EN 420), en is verantwoordelijk voor het waarborgen van de CE-markering. Dit geldt voor alle beschermende handschoenen.

    CATEGORIE II / MIDDEN-ONTWERP: Veel beschermende handschoenen behoren tot deze categorie, zoals handschoenen met eisen op het vlak van mechanische duurzaamheid ter bescherming tegen bijvoorbeeld snijden. Als handschoenen een CE-markering willen krijgen, moet de fabrikant kunnen aantonen dat het product voldoet aan zowel de fundamentele eisen als aan andere normen die van toepassing zijn op specifieke gebieden van het gebruik. De handschoenen moeten worden getest door een erkend laboratorium en goedgekeurd door een officiële instantie die certificaten uitgeeft. Handschoenen in categorie II dienen te worden gemarkeerd met een pictogram, dit is een symbool dat aangeeft waarop de handschoen is getest en op welk prestatieniveau.

    CATEGORIE III / COMPLEX ONTWERP: Deze handschoenen kunnen bescherming bieden tegen zaken als zeer gevaarlijke stoffen. Ze moeten beschermen tegen blijvende schade in situaties waarin het lastig voor de gebruiker is om tijdig de risico's in te kunnen schatten. Dit omvat handschoenen die beschermen tegen hitte (boven 100° C) en extreem lage temperaturen (onder -50° C) en handschoenen die worden gebruikt voor de behandeling van de meeste chemicaliën. De handschoenen moeten worden getest door een erkend laboratorium en goedgekeurd door een officiële instantie. Een verdere eis is een jaarlijkse controle van het productieproces en de handschoenen moeten grondig worden geïnspecteerd om de juiste kwaliteit te waarborgen. Pas nadat is gebeurd, kunnen de handschoenen worden voorzien van een CE-markering. De identiteitscode van de officiële instantie (vier cijfers) moet direct na de CE-markering worden geplaatst, bijvoorbeeld CE 0493.

  • Beschermende kleding

    Beschermende kleding beschermt de drager ervan tegen verschillende risico's zoals verwondingen en infecties.

  • Bias

    Diagonale richting op een geweven stof (45° ten opzichte van ketting en inslag). Stoffen rekken het meest uit als ze in deze richting worden getrokken en hebben ook de beste drapeereigenschappen als ze schuin worden gesneden. Een biaisgewijs gesneden kledingstuk kan echter heel gemakkelijk uitrekken en van lengte/vorm veranderen.

  • Big data

    Big data is een term die verwijst naar de studie en toepassing van gegevensbestanden die zo groot en complex zijn dat ze niet langer verwerkt kunnen worden via traditionele data-processing softwaresystemen.

  • Big science

    Big science is een term waarmee wetenschappers en wetenschaphistorici een reeks veranderingen in de wetenschappen beschrijven die plaatsgrepen tijdens en na WOII, toen de wetenschappelijke vooruitgang meer en meer steunde op grootschalige projecten gefinancierd door regeringen of groepen van regeringen.

  • Bimodaal polyethyleen

    Hoge dichtheid polyethyleen met twee verschillende molecuulgewichtverdelingen. De lagere MWD zorgt voor een goede verwerkbaarheid, terwijl de hogere MWD betere mechanische eigenschappen biedt.

  • Binding

    Binding is de manier waarop de draden zich in een textielproduct kruisen (ketting en inslag). Het uiterlijk en eigenschappen als sterkte en vervormbaarheid worden door de binding bepaald.

  • Bio-afval

    Biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, restaurants, cateringfaciliteiten en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie.

    Bron: Richtlijn 2008/98/EG

  • Biobased producten

    De term biobased product verwijst naar producten die geheel of gedeeltelijk zijn afgeleid van biomassa, zoals planten, bomen of dieren (de biomassa kan een fysische, chemische of biologische behandeling hebben ondergaan). De norm EN 16575, die de algemene termen definieert die op het gebied van biogebaseerde producten moeten worden gebruikt, is in augustus 2014 door het CEN gepubliceerd.

  • Bioburden

    De bioburden is de hoeveelheid microbiologische besmetting van een voorwerp vóór sterilisatie. Tijdens het testen van deze parameter wordt het aantal kiemen en de soort microbiologische besmetting geteld die na reiniging en desinfectie overblijft vóór sterilisatie. De bioburden moet onder een bepaalde limiet liggen om een goede sterilisatie te kunnen garanderen.

  • Biocidenverordening

    De biocidenverordening (BPR, Verordening (EU) 528/2012) heeft betrekking op het in de handel brengen en gebruiken van biociden die mensen, dieren, materialen of voorwerpen moeten beschermen tegen schadelijke organismen, zoals ongedierte of bacteriën, door de werking van de werkzame stoffen in de biocide. Deze verordening heeft tot doel de werking van de markt voor biociden in de EU te verbeteren en moet tegelijkertijd zorgen voor een hoge mate van bescherming voor mens en milieu.

  • Biocompatibele materialen

    Biocompatibele materialen zijn verenigbaar met menselijk en/of dierlijk weefsel en dus geschikt voor medische therapie. Ze zijn belangrijke ingrediënten in verschillende implantaten zoals die voor gewrichten, hechtingen, botplaten en medische hulpmiddelen zoals bloedbuisjes, kunsthart, pacemakers, enz.

  • Biodegradeerbare producten

    Een biodegradeerbaar of biologisch afbreekbaar materiaal valt - in aanwezigheid van zuurstof, bij omgevingstemperatuur en onder invloed van micro-organismen - uiteen in CO2, water, minerale zouten en biomassa.
    In afwezigheid van zuurstof wordt het biodegradeerbaar materiaal omgezet in CO2, methaan, minerale zouten en biomassa.

  • Biopolymeren

    Biopolymeren zijn grote moleculen die bestaan uit kleinere subeenheden, monomeren genaamd, die aan elkaar zijn gekoppeld tot een ketenachtige structuur. In tegenstelling tot synthetische polymeren, die afkomstig zijn van petrochemische stoffen, zijn biopolymeren afkomstig van hernieuwbare biologische bronnen zoals planten, dieren en micro-organismen. Voorbeelden van biopolymeren zijn eiwitten, koolhydraten (zoals cellulose en zetmeel), nucleïnezuren (DNA en RNA) en sommige soorten synthetische polymeren die door biologische processen worden geproduceerd (zoals polymelkzuur of PLA, geproduceerd door fermentatie van maïszetmeel). Biopolymeren staan steeds meer in de belangstelling vanwege hun biologische afbreekbaarheid (niet altijd), hernieuwbare aard en potentiële toepassingen in verschillende industrieën, waaronder voedselverpakkingen, biomedische apparaten en milieubescherming.

  • Blaasvormen

    Blaasvormen is een proces om thermoplastische holle buisvormige voorwerpen te creëren. In verhitte vorm wordt de buis aan één kant afgesloten en vervolgens opgeblazen als een ballon. Deze uitzetting wordt uitgevoerd in een gespleten mal met een koud oppervlak. Wanneer het thermoplastische materiaal dit oppervlak raakt, koelt het af en wordt het dimensionaal stabiel. Blaasvormen wordt gebruikt in de productie van flessen uit polyethyleen, polypropyleen, polystyreen, polycarbonaat, PVC en PET voor consumentenproducten. Het wordt eveneens toegepast in de productie van benzinetanks voor auto's.

  • Bladvezel

    Bladvezels zijn natuurlijke cellulosevezels afkomstig van plantenbladeren. Voorbeelden zijn sisal, abaca en raffia.

  • Blockchain

    Een blockchain is een digitaal register van transacties. De naam komt van zijn structuur, waarin individuele registers, “blokken”, onderling verbonden zijn in een lijst, “ketting”. Blockchains worden gebruikt om transacties te registreren met cryptocurrencies, zoals Bitcoins, maar hebben ook veel andere toepassingen.

  • Blootwol

    Wol van de huid van geslachte of gestorven dieren, in de regel door fermentatie of chemische behandeling verkregen.

  • Blouse, bloes

    Een bloes of blouse is een kledingstuk voor het bovenlichaam met kraag en lange mouwen en worden vooraan gesloten met knoopjes.

  • Bont

    Bont is een gevilde zachtbehaarde dierenhuid, gelooid met behoud van de haren. Bont is dus een gevilde en gelooide vacht of pels, maar de termen pels en bont worden ook wel gebruikt voor kledingstukken van bont.

  • Bovenkleding

    De kleding die zichtbaar is en gedragen wordt boven de onderkleding.

  • Breisel, breiwerk

    Breisels bestaan uit draden die in een golfvorm gelegd zijn en dan door elkaar gehaald worden. In een inslagbreisel lopen de draden in de breedterichting en in een kettingbreisel in de lengterichting. Ook de breierij kent 3 grondbindingen, waarvan het effect het duidelijkst te zien is in inslagbreisels, in kettingbreisels is dit moeilijker te zien.

  • Breiwerk, breisel

    Breisels bestaan uit draden die in een golfvorm gelegd zijn en dan door elkaar gehaald worden. In een inslagbreisel lopen de draden in de breedterichting en in een kettingbreisel in de lengterichting. Ook de breierij kent 3 grondbindingen, waarvan het effect het duidelijkst te zien is in inslagbreisels, in kettingbreisels is dit moeilijker te zien.

  • Broek

    Een kledingstuk dat het gedeelte van het lichaam tussen de taille en de enkels of knieën bedekt, met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen.

  • Bt-katoen

    Bt-katoen is genetisch gemodificeerde katoen die een gen van de bodembacterie Bacillus thuringiensis bevat waardoor de planten een insectengif maken.

  • Cadmium (Cd)

    Cas: 7440-43-9
    Cadmium is een scheikundig element met atoomnummer 48. Het is een zilvergrijs overgangsmetaal. Het is oplosbaar in zuren maar niet in basen.
    Toepassingen: ongeveer 75% van cadmium wordt gebruikt in Ni-Cd batterijen, het merendeel van de overige 25% wordt gebruikt in pigmenten, coatings, bekledingen en stabilisatoren voor kunststoffen.
    Gezondheidsrisico's: cadmium wordt vooral via het voedsel opgenomen (lever, paddenstoelen, schaaldieren, cacaopoeder en gedroogd zeewier zijn bronnen van geconcentreerd cadmium). Hoge blootstellingen vinden plaats bij personen die in de buurt wonen van gevaarlijke stortplaatsen of van bedrijven die cadmium vrijstellen aan de lucht of bij personen die werken in de metaalraffinaderij. Inademen van cadmium veroorzaakt ernstige longschade en kan leiden tot de dood.

  • Calicot

    Fijne, linnenachtige stof van ongebleekt katoen die veel voor boekbanden wordt gebruikt.

  • Cellulose

    Cellulose is een polysacharide die door nagenoeg alle planten wordt gemaakt (vooral bomen).

  • Cellulosetriacetaat

    Cellulosetriacetaat is een ester van cellulose en azijnzuur en wordt gesynthetiseerd door cellulose te behandelen met azijnzuur. Cellulosetriacetaat wordt vooral gebruikt in de productie van textiel. Het is zeer goed bestand tegen hitte (tot 200°C).

  • Chenille

    Chenille verwijst zowel naar een soort garen als naar een stof die gemaakt is van dit garen. De naam komt van het Franse woord voor rups, waar het garen uiterlijk op lijkt. Een dunne draad wordt omwonden met een dikke, zacht gesponnen draad. Na het twisten wordt deze dikke draad over de lengte van het garen doorgesneden, waardoor de draadeindjes uit gaan staan, het zogenaamde haar. Naast natuurlijke grondstoffen zoals katoen of linnen voor de ketting en wol of zijde voor de inslag, worden ook kunstgarens zoals kunstzijde en acryl gebruikt.

  • Cheviotwol

    Stevige, dikke, weinig gekroesde wolsoort, afkomstig van de cheviot, een Engels en Schots schapenras uit de Cheviot Mountains tussen Northumberland en de Schotse grens.

  • Chloorvezel, PVC-vezel

    Vezels ontwikkeld uit polyvinylchloride (PVC). De vezel wordt gemengd met andere vezels.

  • Chroombeitskleurstof

    Chroomgebaseerde kleurstof die moet worden vermengd met verschillende soorten zuren om wol en katoen te kleuren.

  • Circulaire economie

    De circulaire economie is een economisch systeem waarin de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen wordt geoptimaliseerd en waardevernietiging geminimaliseerd. In tegenstelling tot het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd.

  • Circulaire input

    Gebruik van hernieuwbare energie en bio-gebaseerde of volledig recycleerbare grondstoffen.

  • Colbertjas

    Een colbert is een kledingstuk met lange mouwen voor het bovenlichaam; het sluit vooraan en wordt gedragen boven andere kleding of onder een jas in de winter.

  • Composiet

    Composieten zijn samengesteld uit minstens twee materialen. Vezelversterkte kunststoffen (FRP), waarbij de vezels werden gedispergeerd in de matrix worden doorgaans gebruikt in structurele toepassingen. De term “composiet” verwijst niet enkel naar vezelversterkte kunststoffen maar omvat een hele reeks materialen of producten (beton, keramiek, asfalt…) die uit verschillende componenten zijn samengesteld.

  • Composteerbare kunststoffen

    Composteerbare kunststoffen worden gedefinieerd volgens normen EN13432, EN14995 of ISO17088 en moeten voldoen aan volgende principes:
    - min. 90% biodegradatie tot water, CO2 en mineralen binnen de 6 maanden; voor thuiscompostering binnen de 12 maanden;
    - lage concentratie aan zware metalen;
    - geen invloed op de kwaliteit van compost.
    Omwille van de sterke verschillen wordt een onderscheid gemaakt tussen industriële compostering en thuiscompostering.

  • Compounderen

    Compounderen is het aanmaken van formulaties voor de productie/extrusie van kunststoffen en/of kunstvezels door polymeren en (functionele) additieven te mixen/vermengen in gesmolten toestand.

  • Confectiekleding

    Confectie wordt in massaproductie vervaardigd en wordt als afgewerkt product verkocht in standaardmaten. Het voordeel hiervan is dat de prijs van de kledingstukken relatief laag gehouden kan worden.

  • Cool Wool

    Cool Wool vezels zijn meer dan drie keer fijner dan een gemiddeld menselijk haar. Dankzij hun ademendheid en isolerende eigenschappen houden ze de drager warm in een koude omgeving en fris tijdens de heetste dagen.

  • Copolymeer

    Een copolymeer is een polymeer gemaakt van meer dan één soort monomeer. De polymerisatie van monomeren tot copolymeren wordt copolymerisatie genoemd. Copolymeren verkregen uit de copolymerisatie van twee monomeersoorten worden soms bipolymeren genoemd. Copolymeren gemaakt van drie en vier monomeren worden respectievelijk terpolymeren en quaterpolymeren genoemd. Copolymeren kunnen worden gekarakteriseerd met verschillende technieken zoals NMR-spectroscopie en grootte-uitsluitingschromatografie om de molecuulgrootte, het gewicht, de eigenschappen en de samenstelling van het materiaal te bepalen.

    Commerciële copolymeren zijn onder andere acrylonitril-butadieen-styreen (ABS), styreen-butadieen-copolymeer (SBR), nitrilrubber, styreen-acrylonitril, styreen-isopreen-styreen (SIS) en ethyleen-vinylacetaat, die allemaal worden gevormd door ketengroeipolymerisatie. Een ander productiemechanisme is stapsgewijze polymerisatie, dat wordt gebruikt om het nylon-12/6/66 copolymeer van nylon 12, nylon 6 en nylon 66 en de copolyesterfamilie te produceren. Copolymeren kunnen worden gebruikt om grondstoffen of dragers van geneesmiddelen te ontwikkelen.

  • Corduroy, ribfluweel

    Corduroy, ook wel ribfluweel of ribcord genoemd, is een weefsel met zachte ribbels in de lengterichting. Oorspronkelijk werd corduroy van katoen gemaakt, later ook van andere vezels.

  • Crêpe

    Crêpe of krip is een zijden, wollen of polyester stof met een gerimpeld uiterlijk. Het is van oorsprong een Japanse, zijden stof, geweven in effenbinding.

  • Cretonne

    Cretonne is een zwaar weefsel uit katoen, linnen of hennep in kleurrijk geprinte designs en doorgaans gebruikt als meubel- en interieurstof.

  • Crossbredwol

    Wol afkomstig van een schapenras dat is ontstaan door het kruisen van verschillende schapenrassen.

  • Crowdfunding

    Crowdfunding is een alternatieve financieringsvorm, waarbij een project of onderneming wordt gefinancierd door het inzamelen van heel veel kleine geldsommen bij een grote groep mensen. Dit gebeurt vooral via het internet.

  • Cyber-fysiek systeem (CPS)

    Een cyber-fysiek systeem (Cyber-physical system, CPS) is een combinatie van een softwarecomponent en mechanische of elektronische onderdelen. Aansturing, bewaking, gegevensoverdracht en gegevensuitwisseling gebeuren meestal in real time via het internet. Cyber-fysieke systemen spelen een belangrijke rol in Industry 4.0. Voorbeelden van cyber-fysieke systemen zijn robots, het internet der dingen en machines die op een netwerk zijn aangesloten. De economische en maatschappelijke mogelijkheden van deze systemen zijn veel groter dan oorspronkelijk werd ingeschat en wereldwijd wordt volop geïnvesteerd in de ontwikkeling van deze technologie die verder bouwt op de bestaande discipline van ingebedde systemen en software voor auto's, speelgoed, medische hulpmiddelen en wetenschappelijke instrumenten. CPS integreert de dynamiek van fysische processen met die van software en netwerking en biedt abstracties, modellering en analytische technieken.

  • Damast

    Damast is een weefsel uit zijde, wol, linnen, katoen of uit synthetische vezels en ontstaat door een weeftechniek, waarbij tekeningen aangebracht worden op een achtergrond van dezelfde kleur. De tekening is daardoor juist vanuit een bepaalde hoek goed te zien.

  • Dekzeil

    Een dekzeil is een groot, sterk, flexibel en waterbestendig doek, meestal uit geweven textiel zoals canvas of polyester gecoat met polyurethaan, of een kunststoffen doek zoals polyethyleen. Goedkopere zeildoeken worden gemaakt uit geweven polyethyleen. Zeildoeken zijn een basismateriaal in noodopvang.

  • Denier

    Denier is het gewicht in gram van 9000 m garen. Bekende nummers zijn 20, 30 en 60 denier. Bij de gewichtsnummering bestaat er een evenredig verband tussen garendikte en garennummer: een dikker garen heeft een hoger nummer.

  • Denim

    Denim is een afkorting van de oorspronkelijke Franse benaming serge de Nîmes. Denim of spijkerstof, is een weefsel in keperbinding en wordt veel gebruikt voor kleding. Het is een bijzonder sterke, gekeperde katoenen stof.

  • Design, Ontwerp

    Uitvoering van een concept of idee in de vorm van een configuratie, tekening, model, mal, patroon, plan of productspecificatie (waarop de eigenlijke of commerciële productie is gebaseerd) en die de beoogde doelen van het artikel helpt te verwezenlijken.

  • Dierlijke vezels

    Dierlijke vezels zijn natuurlijke vezels afkomstig van schapen, kamelen, lama's, konijnen, geiten, enz (wol) of van rupsen of spinnen (zijde).

  • Digitaal productpaspoort (DPP)

    Instrument voor het verzamelen en delen van productgegevens gedurende de hele levenscyclus om de duurzaamheids-, milieu- en recyclebaarheidskenmerken van een product te illustreren. Vastgelegde productgegevens uit de hele toeleveringsketen, inclusief de inkoop van grondstoffen en het fabricageproces, worden vastgelegd op het DPP en gedeeld met een reeks belanghebbenden en deelnemers - waardoor voordelen, use-cases en waarde over hele ecosystemen worden ontsloten.

  • Digital Twins

    Een digital twin (digitale tweeling) is een digitale replica van een bedrijfsmiddel of proces uit de fysieke wereld waarin gegevens uit zowel de digitale als de materiële wereld zijn geïntegreerd, zodat bedrijven virtuele simulaties kunnen uitvoeren voordat zij zich vastleggen op acties in de fysieke wereld.

  • Digital Twins

    Digital Twins zijn virtuele replica's van fysieke systemen, processen of objecten, gemaakt met behulp van AI en andere technologieën. Ze maken simulatie, bewaking en optimalisatie van echte tegenhangers mogelijk, waardoor de efficiëntie verbetert en de kosten dalen.

  • Directe kleurstoffen

    Directe kleurstoffen hechten aan de vezel door vanderwaalskrachten. Deze krachten zijn niet zo sterk waardoor de wasechtheid van deze kleurstoffen slecht is. De lichtechtheid is wel goed, zodat ze gebruikt worden voor het verven van gordijnen.

  • Disperse kleurstoffen

    Disperse kleurstoffen zijn praktisch onoplosbaar in water. Strikt genomen zijn het pigmenten, maar ze zijn zo fijn dat ze na het toevoegen van bevochtigingsmiddelen in water gedispergeerd en zo in de vezel gebracht kunnen worden. Ze worden gebruikt voor het verven van polyester en andere synthetische vezels.

  • Disruptieve innovatie

    Een disruptieve innovatie is een innovatie die nieuw markten en waardeketens creëert en uiteindelijk bestaande markten en waardeketens verstoort, waardoor gevestigde marktleidende bedrijven, producten en samenwerkingsverbanden worden verdrongen. De term werd gedefinieerd en voor het eerst geanalyseerd door de Amerikaanse geleerde Clayton M. Christensen en zijn medewerkers begin 1995, en wordt beschouwd als het meest invloedrijke bedrijfsidee van het begin van de 21ste eeuw.

  • Drukpasta

    Om textiel direct te bedrukken wordt een drukpasta samengesteld door het oplossen van kleurstoffen in water waaraan ureum en een solvent is toegevoegd (ethyleen glycol, thioethyleen glycol, soms ook glycerine of een gelijkaardige substantie). De oplossing wordt onder een verdikkingsmiddel geroerd die vlot te verwijderen is door wassen. Kleine hoeveelheden oxidatiemiddelen worden toegevoegd.

  • Due diligence

    Due diligence is het proces dat bedrijven moeten uitvoeren om daadwerkelijke en potentiële negatieve gevolgen van sociale en milieurisico's te identificeren, voorkomen, beperken en verantwoorden. Zodra een risico is geïdentificeerd, moeten preventieve maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het risico zich niet voordoet. Als er al een negatief effect is opgetreden, moeten er maatregelen worden genomen om dit te beperken en te herstellen. Door de wereldwijde aard van de activiteiten is due diligence van toepassing op het bedrijf zelf en op de toeleveringsketen (bv. productie van materialen, verwerking van grondstoffen, logistiek, distributie in magazijnen, enz.)

    Het idee van due diligence werd aangenomen en herbevestigd door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in zijn Resolutie 17/4 van 16 juni 2011 in een document dat de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP's) wordt genoemd. Dit document had een vormende invloed op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. In dit proces is het idee van de UNGP's verder ontwikkeld om naast milieurisico's ook risico's met betrekking tot mensenrechten op te nemen. Momenteel zijn er zorgvuldigheidswetten van kracht en andere zijn in de maak.

  • Durfkapitaalfondsen

    Durfkapitaalfondsen zijn gepoolde beleggingsfondsen die het geld beheren van investeerders die op zoek zijn naar private equityparticipaties in start-ups en kleine tot middelgrote ondernemingen met een sterk groeipotentieel. Deze investeringen worden over het algemeen gekenmerkt als kansen met een zeer hoog risico en een hoge beloning.

  • Duurzaam consumentengedrag

    Het gebruik van diensten en producten die beantwoorden aan de basisbehoeften en leiden tot een betere levenskwaliteit terwijl het gebruik van natuurlijke bronnen en giftige materialen en de uitstoot van afval of polluenten gedurende de levensloop van de dienst of het product tot een minimum worden herleid, zodat de behoeften van toekomstige generaties niet in het gedrang komen.

  • Ecodesign

    Ecodesign staat voor levenscyclus denken waarbij voor elke fase van de levenscyclus van een product (van grondstof tot einde gebruik) de ontwerper de input van energie en hulpstoffen en de output van afval en emissies in rekening brengt, met de bedoeling de milieu-impact te minimaliseren. De ecodesign vuistregels sluiten perfect aan bij de principes van de circulaire economie. Het integreren van ecodesign in het ontwerpproces reduceert de milieu-impact en zorgt dat het product past in de circulaire economie.

  • Ecolabel

    Een ecolabel is een keurmerk dat wordt toegekend aan producten of diensten die minder milieubelastend zijn dan kwalitatief vergelijkbare producten of diensten, op basis van een aantal vooraf bepaalde criteria.

  • Effenbinding, platbinding

    De effenbinding, platbinding of lijnwaadbinding is de eenvoudigste binding. In een weefsel kruisen de draden elkaar steeds één op, één neer. De kettingdraden worden elke keer tegenovergesteld omhoog getild.

  • Eiwitvezels

    Dierlijke vezels zoals wol, haar en zijde, zijn opgebouwd uit eiwitten of proteïnes. De eiwitvezels worden gemaakt uit dierlijke bronnen door de condensatie van a-aminozuren die een regelmatig patroon vormen van polyamide-eenheden met een variërend substituent van de a-koolstofatoom. Eiwitvezels hebben doorgaans een gemiddelde sterkte, veerkracht en elasticiteit. Ze zijn zeer waterabsorberend en hebben een uitstekend vochttransport. Ze zijn antistatisch.

  • Elastaan, Lycra, Spandex

    Elastaan is een kunstvezel (Polyurethaan-elastomeer) met een zeer hoge elastische rekbaarheid. Het materiaal werd in 1958 ontwikkeld door Joseph Shivers, een chemicus van het bedrijf DuPont.

  • Elastomeer

    Een elastomeer is een visco-elastisch polymeer (tegelijk vormvast en elastisch). Het woord elastomeer komt van de woorden ‘elastisch’ en ‘mer’ (meros in het Grieks betekent deel, zoals in bijvoorbeeld ‘polymeer’ of ‘monomeer’) Een elastisch materiaal neemt weer zijn oorspronkelijke vorm aan na verwijdering van een externe belasting zolang de belasting binnen het kritische gebied valt. Indien de belasting gedurende lange tijd wordt aangehouden ontstaat een fenomeen dat men kruip noemt, de rek neemt toe onder constante belasting en dit resulteert in een permanente vervorming van het elastomeer. (Dit treedt bijvoorbeeld op als men een elastiek gedurende lange tijd opspant)

  • Ethyleenglycol

    C2H6O2 - CAS:107-21-1 - organische samenstelling gebruikt als grondstof voor de productie van polyestervezels en antivriesmiddelen. Geur- en kleurloze, zoete en viskeuze vloeistof. Ethyleenglycol is matig giftig

  • Etikettering

    Wanneer textielproducten op de markt worden aangeboden, zijn zij voorzien van een etiket of merk dat de vezelsamenstelling ervan aanduidt. De etikettering of het merken van textielproducten is duurzaam, goed leesbaar, zichtbaar en toegankelijk, alsook, in het geval van een etiket, stevig bevestigd.

  • Europese afvalhiërarchie

    De Europese afvalhiërarchie verwijst naar de vijf stappen die zijn opgenomen in artikel 4 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen:

    1) Preventie: het voorkomen en verminderen van afvalproductie.
    2) Hergebruik en voorbereiding voor hergebruik: producten een tweede leven geven voordat ze afval worden. Dit kan inhouden dat het product wordt hergebruikt zoals het is, of hergebruik met aanpassingen, zoals herbestemming, opknappen en herfabricage.
    3) Recyclen: elke terugwinningsactiviteit waarbij afvalmaterialen opnieuw worden verwerkt tot producten, materialen of stoffen, hetzij voor het oorspronkelijke doel, hetzij voor een ander doel. Hieronder valt ook compostering en niet verbranding.
    4) Terugwinning: een deel van de afvalverbranding waarbij de minder efficiënte verbrandingsovens worden gemoderniseerd.
    5) Verwijdering: processen om afval te verwijderen, of het nu gaat om storten, verbranden, pyrolyse, vergassing en andere eindoplossingen.

  • Europese Unie

    De Europese Unie (EU) is een internationale organisatie van 27 Europese landen. Ze voert een gemeenschappelijk economisch, sociaal en veiligheidsbeleid. Oorspronkelijk was de EU beperkt tot West-Europa, maar in het begin van de 21e eeuw werd ze uitgebreid met Centraal- en Oost-Europa. De EU bestaat uit België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden. Het volkslied van de EU is de "Ode aan de Vreugde" uit de 9e Symfonie van Beethoven. Het Verdrag van Maastricht, dat op 1 november 1993 in werking trad, richtte de EU op om de Europese politieke en economische integratie te bevorderen. Het introduceerde de euro, een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, gemeenschappelijke burgerrechten en samenwerking op het gebied van immigratie, asiel en justitie. De EU kreeg de Nobelprijs voor de Vrede 2012 voor haar inspanningen om vrede en democratie in Europa te bevorderen.

  • Extrusie (textiel)

    De meeste synthetische en cellulosevezels worden vervaardigd door middel van "extrusie" waarbij een dikke, viskeuze vloeistof doorheen de kleine openingen van een spinplaat wordt gestuwd om continue filamenten te vormen in de vorm van semi-vaste (soepele) polymeren. In hun originele toestand zijn de polymeren vaste stoffen die daarom in een vloeibare toestand moeten worden gebracht. In het geval van thermoplastische polymeren gebeurt dit door hen te smelten. Niet thermoplastische cellulosevezels worden opgelost in solventen. Wanneer ze noch direct gesmolten, noch opgelost kunnen worden, worden ze chemisch behandeld om er oplosbare of thermoplastische derivaten van te maken.

  • Fase-overgangmaterialen (PCM)

    Materialen met een fase-overgang (doorgaans aangeduid met de Engelse benaming PCM of Phase Change materials) vormen een buffer tegen temperatuurschommelingen. Wanneer ze van de ene in de andere fase overgaan (bv. vast-vloeibaar) slaan ze energie op of geven die opnieuw vrij terwijl de omgevingstemperatuur constant blijft.

  • Federated Learning

    Federated Learning is een techniek voor machinaal leren waarbij meerdere apparaten samen een model trainen zonder hun lokale gegevens te delen. Het verbetert de privacy en veiligheid door gegevens gelokaliseerd te houden en toch te profiteren van collectief leren.

  • Filament

    Continu gesponnen vezel (synthetische vezels of zijde). Filamenten zijn in principe eindeloos.

  • Filamentgaren

    Garen samengesteld uit één of meerdere filamenten.

  • Flanel

    Flanel is een textielsoort die gemaakt is van los gesponnen garen dat geweven is in een linnen- of keperbinding. Meestal is het een één- of tweezijdig geruwde katoenen stof, maar flanel kan ook van synthetische vezels worden gemaakt, of samengesteld zijn uit verschillende vezels. De stof wordt vaak gebruikt voor beddengoed, pyjama's en overhemden.

  • Fleece

    Fleece is een synthetisch stof, meestal van polyester, die sterk isoleert.

  • Floretzijde

    Zijde gemaakt uit het harde binnenste van de cocon van de zijderups; floret.

  • Fluor

    Fluor is een chemisch element met symbool F en atoomnummer 9. Het is het lichtste halogeen en bestaat onder standaardomstandigheden als een zeer giftig, lichtgeel diatomisch gas. Fluor is extreem reactief, want het reageert met alle andere elementen behalve de lichte inerte gassen. PFAS-moleculen hebben een keten van gekoppelde koolstof- en fluoratomen. Omdat de koolstof-fluorverbinding een van de sterkste is, breken deze chemische stoffen niet gemakkelijk af in het milieu.

  • Fluorescerende materialen

    Fluorescerende materialen absorberen lichtfotonen met korte golflengte (hoog energetisch) en zenden vrij snel licht uit met een langere golflengte. Een typisch voorbeeld zijn de optische witmakers: zij absorberen UV stralen en zenden zichtbaar licht uit, waardoor een materiaal optisch een veel witter effect krijgt.

  • Fluweel

    Fluweel is een geweven stof, waarbij rechtopstaande pluizen, de zogenaamde pool van zijde of katoen met de kettingdraden zijn meegeweven en zijn afgesneden.

  • Fosforescerende materialen

    Fosforescerende materialen slaan lichtenergie op bij blootstelling aan een lichtbron. Deze energie wordt nadien vrijgesteld in de vorm van zichtbaar licht. Dit effect is zichtbaar in het donker gedurende een bepaalde tijd.

  • Fotochromatische materialen

    Fotochromatische materialen zijn kleurloze materialen die kleur “uitzenden” bij blootstelling aan licht, zoals zichtbaar licht en UV stralen. Bij blootstelling aan licht verandert hun moleculaire structuur waardoor de materialen kleur krijgen. Wanneer de lichtbron wordt verwijderd, verdwijnt ook de kleur.

  • Fotovoltaïsche cellen

    Fotovoltaïsche cellen zijn halfgeleiders die, onder invloed van (zon)licht een elektrische spanning kunnen opwekken. Verschillende cellen worden aan elkaar gekoppeld om zo voldoende energie op te wekken.

  • Functionaliteitseconomie

    De functionaliteitseconomie vervangt de verkoop van een goed door de verkoop van een dienst die dezelfde functies vervult als het goed. Ze is gebaseerd op de gebruikswaarde van een product en niet op het bezit van het product. Het product blijft immers eigendom van de fabrikant, en het is het gebruik ervan dat aan de klant wordt gefactureerd. De relatie tussen de leverancier en de klant strekt zich aldus uit gedurende de gehele gebruiksperiode van het goed en niet langer enkel tijdens de verkooptransactie. Deze nieuwe vorm van consumptie kan de marktpositie van een bedrijf versterken, bevordert het behoud van lokale werkgelegenheid en verlengt de gebruiksduur van een product. Door het gebruik van materiële middelen te optimaliseren, draagt de functionaliteitseconomie bij tot een duurzamere economie.

  • Generative Pre-trained Transformer (GPT)

    GPT is een type uitgebreid taalmodel dat getraind is op grote hoeveelheden tekstgegevens om mensachtige teksten te genereren. Het voedt geavanceerde natuurlijke taalverwerkingstaken, zoals chatbots, contentcreatie en vertalingen.

  • Geotextiel

    Geotextiel is een synthetisch materiaal dat wordt gebruikt in civieltechnische en bouwprojecten voor verschillende toepassingen met betrekking tot bodemstabilisatie, filtratie, drainage en erosiebeheersing. Deze materialen worden meestal gemaakt van polymeren zoals polypropyleen of polyester en worden vervaardigd tot een weefselachtige structuur met specifieke eigenschappen die zijn afgestemd op het beoogde gebruik. Geotextiel wordt vaak gebruikt in de wegenbouw, ophogingen, steunmuren, drainagesystemen, stortplaatsen en erosiebestrijdingstoepassingen om de prestaties en levensduur van technische constructies te verbeteren en tegelijkertijd de impact op het milieu te minimaliseren.

  • Gesneden vezel, stapelvezel

    Wanneer een continue gesponnen garen (filament) op lengte wordt gesneden, wordt het een stapelvezel.

  • Glasovergangstemperatuur

    De glasovergangstemperatuur (Tg) is een fenomeen van amorfe polymeren. Bij deze temperatuur ondergaan polymeren een overgang van een glasachtige naar een rubberachtige toestand. De Tg is een belangrijk kenmerk van het gedrag van polymeren. Het markeert een gebied met dramatische veranderingen in fysische en mechanische eigenschappen.

    Onder Tg: Door gebrek aan beweeglijkheid zijn polymeren hard en bros als glas.
    Boven Tg: Door enige mobiliteit zijn polymeren zacht en flexibel zoals rubber.

  • Glasvezel

    Deze haardunne vezel van glas wordt geproduceerd via een smeltproces. Glasvezel wordt gebruikt ter versteviging van kunststoffen in composieten. Glasvezel in de vorm van glaswol wordt gebruikt als isolatiemateriaal.

  • Globalisering

    Globalisering verwijst naar de manier waarop handel en technologie de wereld dichter bij elkaar hebben gebracht. Het heeft geleid tot economische en sociale veranderingen over de hele wereld. Er wordt voortdurend gedebatteerd over de voor- en nadelen van globalisering. Aan de ene kant heeft globalisering het risico op de verspreiding van ziektes zoals Ebola en SARS vergroot en schade aan het milieu veroorzaakt, zoals blijkt uit onderzoek naar palmolieplantages. Aan de andere kant heeft globalisering rijkere landen in staat gesteld armere landen te helpen in tijden van crisis. Het heeft ook de culturele diversiteit bevorderd, waardoor er meer mogelijkheden zijn om andere culturen te leren kennen en te waarderen. Als gevolg daarvan is er een gevoel van wereldwijde gemeenschap, een verenigd "wij", ontstaan.

  • Granulaat

    Granulaat is het basisproduct waaruit kunststoffen en (synthetisch) textiel worden gemaakt. Zowel virgin als gerecycleerde polymeren worden doorgaans in de vorm van korrels (granulaat) aangeleverd.

  • Grondstoffenefficiëntie

    Grondstoffenefficiëntie betekent duurzaam gebruik maken van de beperkte voorraad grondstoffen van de aarde met een minimale milieu-impact. Het stelt ons in staat meer te creëren met minder en een grotere meerwaarde te produceren met minder middelen.

  • Haaienvinnenpak

    Ergonomie en sport vinden elkaar in de zoektocht naar de hoogst mogelijke prestatie met de minst mogelijke inspanning. In de zwemwereld leidde dit tot een revolutie van de zwempakken. Speedo pakte op de Spelen in Sydney 2000 als eerste uit met het haaienvinnenpak, FastSkin genaamd. In Athene 2004 stond de opvolger FastSkin II klaar. V-vormige groeven houden kleine luchtbelletjes vast, die de weerstand en turbulentie rond het lichaam verminderen, waardoor het omgevende water effectiever over de huid kan passeren. Andere merken van sportkleding zoals Adidas, Arena en Nike ontwierpen eigen zwempakken die de aerodynamica van de zwemmer sterk verbeterden.

  • Handschoenen

    De handschoen is een accessoire of een kledingstuk onder meer bedoeld ter bescherming van de hand tegen allerlei kwalijke invloeden van buitenaf. Ze worden geproduceerd en verkocht als paar (met een exemplaar voor de linker- en een voor de rechterhand).

  • Haute couture

    Haute couture is ontworpen door modeontwerpers die voor een selecte markt werken. Er worden slechts één of soms enkele exemplaren van de kledingstukken gemaakt, die op maat worden gemaakt voor de drager ervan. Alle couturestukken worden dan ook met de hand gemaakt van de fijnste stoffen en met gebruik van de meest verfijnde technieken.

  • Hennep

    Doorheen de geschiedenis werd hennep volop gebruikt voor de productie van touw, weefsels, industriële materialen. Hennep werd vaak toegepast in zeildoeken. Het woord canvas is afkomstig van cannabis. Zuivere hennep heeft een gelijkaardige structuur als linnen.

  • Hogedichtheidpolyetheen (HDPE)

    Hogedichtheidpolyethyleen (HDPE) is een thermoplastische polytheen gemaakt uit petroleum. Dankzij zijn hoge sterkte-densiteitsverhouding wordt HDPE gebruikt in de productie van kunststofflessen, corrosiebestendige buizen, geomembranen en kunststof "timmerhout. HDPE wordt doorgaans gerecycleerd.

  • Hoodie

    Een "hoodie" is een soort sweatshirt of jas met een capuchon, meestal met een trekkoord om de pasvorm rond het gezicht aan te passen. Hoodies zijn populair als vrijetijdskleding en zijn vaak gemaakt van zachte, comfortabele materialen zoals katoen of fleece. Ze kunnen voorzien zijn van verschillende ontwerpen, patronen of afbeeldingen en zijn er in zowel pullover- als zip-up stijlen. De capuchon voegt zowel praktisch nut als stijl toe aan het kledingstuk en zorgt voor extra warmte en soms een gevoel van anonimiteit of casual coolness.

  • Hulpstoffen voor textiel

    In de textielindustrie worden hulpstoffen of hulpmiddelen gebruikt om zowel het productieproces van vezels, garens en weefsels als de eigenschappen van het eindproduct te verbeteren. De term omvat een grote variëteit van chemische producten, zoals reinigingsmiddelen voor natuurlijke vezels, spinoliën voor snelle productieprocessen en additieven die verschillende eigenschappen aan textiel toevoegen of verbeteren zoals easy-care, anti-microbiële of vlamvertragende eigenschappen. Deze hulpmiddelen kunnen worden toegevoegd tijdens elke stap van het proces, zoals extrusie, spinnen, weven of veredelen.

  • Hyperautomatisering

    Het gebruik van AI en andere technologieën om complexe bedrijfsprocessen te automatiseren, voorbij eenvoudige repetitieve taken. Hyperautomatisering verbetert de efficiëntie en productiviteit door end-to-end processen te automatiseren en dynamische, intelligente workflows mogelijk te maken.

  • Incrementele innovatie

    Een reeks van kleine verbeteringen aangebracht aan een product of productielijn waardoor bedrijven doorgaans hun concurrentiepositie kunnen behouden of verbeteren in de loop der tijd.

  • Industry 4.0

    Industry 4.0 (ook smart industry geheten) is de volgende fase in de digitalisering van de maaksector die wordt aangestuurd door vier breuklijnen: de verbazingwekkende groei van datavolumes, computercapaciteit en connectiviteit, vooral dankzij de nieuwe breedbandnetwerken met laag vermogen; de opkomst van analytische en business intelligence capaciteiten; nieuwe vormen van mens-machine interacties zoals touch interfaces en verhoogde realiteitssystemen; verbeterde doorstroming van digitale instructies naar de fysieke wereld, zoals geavanceerde robotica en 3D printen.

  • Ingekapselde producten

    Ingekapselde producten worden omgeven door een polymeersmantel die de inhoud afschermt van de matrix aan de andere zijde van het polymeer. Deze polymeermantel is al dan niet breekbaar.

  • Innovatie

    Innovatie is het proces waarin een idee of uitvinding wordt vertaald in een product of dienst die meerwaarde creëert of waarvoor klanten bereid zijn te betalen.

  • Intellectuele eigendom

    Intellectuele eigendom (IE) is een verzamelnaam voor een aantal rechten die zijn vastgelegd in nationale en internationale wetten. Onder intellectuele-eigendomsrechten worden de quasi-exclusieve rechten van rechthebbenden op een voortbrengsel van de menselijke geest verstaan. Tot de intellectuele-eigendomsrechten behoren sterk uiteenlopende rechten als het auteursrecht, naburige rechten, het databankenrecht, het octrooirecht, het merkenrecht, het modellenrecht, het handelsnaamrecht, het kwekersrecht en het chipsrecht.

  • Internet der Dingen (IoT)

    Het internet der dingen (Engels: Internet of Things (IoT)) betreft een systeem van onderling verbonden computerapparatuur, mechanische en digitale machines, voorwerpen, dieren of mensen die zijn voorzien van unieke identificatiemiddelen (UID's) en van de mogelijkheid om gegevens over een netwerk over te dragen zonder interactie tussen mens en mens of tussen mens en computer.

  • Jaarlingswol

    De tweede schering van een lam jonger dan 12 maanden en sterker dan lamswol.

  • Jacquardweefsel

    Stof met ingeweven patronen, vervaardigd op een Jacquardgetouw.

  • Jersey

    Jersey is een verzamelnaam voor breisels met een rechts-links-binding.

  • Jurk

    Een jurk, japon of kleed(je) is een kledingstuk waarbij het bovenstuk en de rok één geheel vormen en dat het lichaam vanaf de schouders tot de benen bedekt.

  • Jute

    Jute is een lange, zachte, glanzende, plantaardige bastvezel die tot ruwe, sterke draden kan worden gesponnen. Het wordt verkregen uit planten uit het geslacht Corchorus. Jute is een van de goedkoopste natuurlijke vezels, en na katoen de meest gebruikte. De vezels van jute zijn hoofdzakelijk samengesteld uit cellulose en lignine.

  • Kaarden

    Kaarden is een mechanisch proces waarbij wolvezels ontward, gereinigd en vermengd worden om een continue vlies of lont te maken dat geschikt is voor verdere verwerking. Dit gebeurt door de vezels tussen differentieel bewegende oppervlakten, bekleed met kaarddoek, te geleiden die de vezel ontwarren en voor-oriënteren. Van de vezels wordt een vlies gevormd dat daarna tot een dikke bundel vezels, de lont, wordt samengevoegd.

  • Kameelhaar

    Dierlijke vezel verkregen van kamelen. De beste vezels komen van de kamelen van de "Camelus ferus bactrianus". Deze kamelen hebben een beschermende buitenpels van ruwe vezels die tot 40cm lang kunnen doorgroeien. De fijne, korte vezels van de isolerende onderlaag zijn 4 tot 13 cm lang en wordt kameelhaar of kameelhaarwol genoemd. Het haar wordt doorgaans niet geschoren of geplukt, maar verzameld als de dieren ruien. De zachte dons wordt gescheiden van de ruwe haren door kammen. Het resultaat is een fijne roodkleurige vezel met een diameter van 5-40 microns. Weefsels gemaakt van kameelhaar zijn zeer isolerend en comfortabel. Kameelhaar wordt vooral gebruikt in kwaliteitsjassen, breiwol, gebreid textiel, dekens en karpetten. De ruwe buitenste vezels zijn sterk en worden toegepast in industriële weefsels zoals machineriemen.

  • Kammeling

    Korte uitgekamde wol, afval van het kaarden.

  • Kamwol

    Wol die door het wolkammen is voorbereid voor verdere behandelingen - wolkammen heeft tot doel de vezels van wol parallel te leggen en van ongerechtigheden te ontdoen. Ook de kortere vezels worden zo verwijderd. Zo ontstaat een glad gesponnen ruwvezelgaren. Kamwol is bovendien regelmatiger, minder volumineus en minder warmte-isolerend dan kaardwol.

  • Kapok

    Kapok is een product van de kapokboom. Uit de rijpe vruchten van de kapokboom vormt zich een pluk zachte vezels, die bestaat uit de haren op de zaden. Deze vezels worden onder meer gebruikt als vulling voor kussens en vesten.

  • Karpet

    De termen "tapijt" en "karpet" worden vaak door elkaar gebruikt, terwijl het twee verschillende producten betreft. Tapijten bedekken doorgaans de volledige vloer bedekken (kamerbreed) en worden gefixeerd (vb. verlijmd). Karpetten bedekken daarentegen enkel een bepaald gedeelte van de vloer en worden op tegelvloeren, parketvloeren en zelfs bovenop kamerbreed tapijt gelegd.

  • Kasjgora, cashgora

    Wol van de cashgorageit, een kruising van de kasjmier- en de angorageit. Cashgorawol verenigt de fijnheid van de wol van de eerste soort met de glans van de tweede soort. Bovendien is cashgora resistent, wit, elastisch en zeer goed isolerend.

  • Kasjmiergaren

    Kasjmiergaren wordt gesponnen uit de winterse ondervacht van kasjmiergeiten. De ondervacht van deze geiten is van zichzelf al heerlijk ‘wollig’ zacht. Kasjmiergaren is ongelofelijk fijn, want een gemiddelde haar heeft een doorsnede van minder dan 12 tot 19 micrometer.

  • Kasjmir, kasjmier

    Type wol afkomstig van de Kasjmirgeit. De Kasjmirwol is een fijne en zeer zachte, soepele vezel, 19 tot onder 12 µm. De geiten hebben de kleuren wit, grijs, bruin en zwart. De gewenste fijne vezels zitten alleen in de ondervacht. De stuggere vezels van de bovenvacht moeten verwijderd worden. Dit gebeurt machinaal. Per geit is de opbrengst ongeveer 150 gram per keer. Kasjmir is een dure natuurvezel en wordt daarom vaak met merino of andere wol gemengd. De prijs is er vooral van afhankelijk hoe fijn de wol is. Als gevolg van de fijne vezels hebben artikelen van Kasjmirwol zeer goede warmte-isolerende eigenschappen bij een laag gewicht.

  • Kationische kleurstof, basische kleurstof

    Kationische of basische kleurstoffen zijn wateroplosbaar en reageren met zure groepen in een vezel. Zure groepen komen vooral voor in polyacryl vezels.

  • Katoen

    Katoen is een zachte, eencellige vezel, die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden van de katoenplant (Gossypium) groeit. De vezels worden doorgaans tot draden gesponnen en als zodanig gebruikt om zacht, luchtdoorlatend textiel van te maken.

  • Keperbinding

    De keper wordt geweven door voor iedere inslag het bindpunt zijwaarts in één richting te verplaatsen. Hierdoor schuiven de bindpunten progressief op in schuine lijn; dit vormt het typische aanzicht van een keperweefsel. De karakteristieke diagonale lijnen in het weefsel lopen door van de rechterbenedenhoek tot aan de linkerbovenhoek of vice versa.

  • Kleding

    Kleding is doorgaans gemaakt uit vezels en textielmateriaal en wordt gedragen op het lichaam. Het dragen van kleding is doorgaans beperkt tot de menselijke soort en is een kenmerk van bijna alle culturen. De hoeveelheid en soort kleding hangt af van sociale en geografische (klimatologische) factoren. Sommige kledingstukken zijn genderspecifiek. Kleding beschermt de drager en heeft een symbolische functie: sociaal, religieus, ethisch.

  • Kledingmaat

    Een kledingmaat is de maat die gebruikt wordt om tot passende kleding te komen. Er worden heel wat verschillende standaards gebruikt voor verschillende kledingstukken zoals jurken, bloesjes, rokken en broeken.

  • Kleefmiddel

    Een kleefmiddel of adhesief is een stof (substantie) die twee of meer delen permanent aan elkaar bevestigt. Het gebruik van kleefmiddelen biedt enkele voordelen tegenover andere bindtechnieken zoals naaien, mechanische of thermische verbindingen, zoals de mogelijkheid om verschillende materialen te verbinden, de druk gelijkmatiger over de naad te verdelen, de kostenefficiëntie en de vereenvoudigde methode, verbeterde esthetiek en verhoogde designmogelijkheden. De nadelen zijn een verminderde stabiliteit bij hoge temperaturen en de moeilijkheid om grote objecten met een klein hechtingsoppervlak met elkaar te verbinden. Kleefmiddelen worden typisch geclassificeerd volgens hun hechtingsmethode en vervolgens als reactieve of niet-reactieve kleefmiddelen (al of geen chemische reactie bij het uitharden). Ze kunnen ook worden onderverdeeld volgens hun oorsprong (natuurlijk of synthetisch) of volgens hun uitgangsfase (vast, vloeibaar, gasvormig).

    Op de foto ziet u een blue jeans met gelijmde in plaats van gestikte naden (gerealiseerd door Centexbel voor G+N (Nederland) door middel van hotmelt)

  • Kleurechtheid

    Kleurechtheid verwijst naar de eigenschap van materialen om hun kleur te behouden onder externe omstandigheden, zoals nat en droog wrijven, wassen, chemisch reinigen, zweet, licht en transpiratie

  • Kleurstoffen

    Kleurstoffen zijn moleculen die licht van een bepaalde golflengte absorberen en reflecteren waardoor het menselijk oog kleur waarneemt. Textielkleurstoffen omvatten zure kleurstoffen, die vooral voor het verven van wol, zijde en nylon worden gebruikt en directe of substantieve kleurstoffen, die een sterke affiniteit vertonen met cellulosevezels. Choombeitskleurstoffen vereisen de toevoeging van chemische stoffen, zoals zouten, om de affiniteit met het te verven materiaal tot stand te brengen. Zij worden gebruikt om cellulosevezels, wol of zijde te verven nadat de materialen werden behandeld met metaalzouten. Zwavelkeurstoffen, gebruikt om cellulose te verven zijn goedkoop maar de kleuren zijn dof.
    Azokleurstoffen zijn onoplosbare pigmenten die in de vezel worden aangebracht, eerst met een oplosmiddel en vervolgens met een gediazoteerde base. Kuipkleurstoffen, onoplosbaar in water, worden in oplosbare kleurloze componenten omgezet door middel van alkaïsch natrium hydrosulfiet. De cellulose absorbeert deze kleurloze componenten die vervolgens worden geoxideerd in een onoplosbaar pigment. Deze kleurstoffen zijn kleurecht. Disperse kleurstoffen suspensies van fijn verdeelde onoplosbare, organische pigmenten die worden gebruikt om waterafstotende materialen te verven zoals polyester, nylon, en cellulose-acetaat.

  • Kokosvezel

    Taaie en stugge plantenvezel die afkomstig is van de bast van kokosnoten. Kokosvezel zit in de pulplaag tussen de harde kern van de noot en de buitenste schil. Er bestaan twee types: de bruine en de witte. De bruine vezel komt van rijpe noten en wordt onder andere toegepast in de singels die gebruikt worden in meubelstoffering, voor matten en zakken en in de tuinbouw. Witte kokosvezel komt van onrijpe vruchten en wordt gebruikt voor fijnere toepassingen zoals borstels, touw en netten.

  • Koolstofvezels

    Koolstofvezels (CF) hebben een diameter van 5 tor 10 micrometer en zijn doorgaans samengesteld uit koolstofatomen. De voordelen van koolstofvezels zijn o.a. een hoge stijfheid, hoge treksterkte, laag gewicht, hoge weerstand tegen chemicaliën en hoge temperaturen en een lage thermische uitzetting. Dankzij deze eigenschappen zijn koolstofvezels zeer gegeerd in ruimtevaart, bouwwerken, militaire toepassingen, wielrennen motorsport en andere competitiesporten. Koolstofvezels worden doorgaans gecombineerd met andere materialen tot een composietmateriaal. Koolstofvezelversterkte polymeren hebben een hoge sterkte-gewicht-verhouding, zijn zeer stijf en ietwat broos.

  • Kousen

    Een kous is een aansluitend, elastisch kledingstuk dat de voet en (een gedeelte van) het been bedekt. In Vlaanderen verstaat men onder kous meestal elke beenbedekker, lang of kort; in Nederland noemt men de voetbedekker die tot over de enkels reikt: sok, en de langere beenbedekkers tot aan de knie, of nog hoger tot op de dijen of de liezen: kous.

  • Kroezing

    1. Het golven van een vezel uitgedrukt in kroezing per lengte-eenheid.
    2. Het verschil in afstand tussen twee punten op een niet uitgerekte vezel en dezelfde twee punten wanneer de vezel onder bepaalde spanning wordt rechtgetrokken. Kroezing wordt uitgedrukt als een percentage van de niet-gerekte lengte.
    3. Het verschil in afstand tussen twee punten van een garen, zoals het in een weefsel ligt, en dezelfde twee punten wanneer het garen uit het weefsel is verwijderd en onder een bepaalde spanning is rechtgetrokken, uitgedrukt als een percentage van de afstand tussen de twee punten, omdat het garen in het weefsel ligt.

  • Kuipkleurstoffen

    Kuipkleurstoffen zijn onoplosbaar en danken hun naam aan de stap waarbij ze oplosbaar worden gemaakt (een reductiereactie, ook wel verkuipen genoemd). De kleurstoffen worden in opgeloste vorm in de textielvezels gebracht, waarna ze weer onoplosbaar worden gemaakt. Zo wordt de kleurstof opgesloten in de vezel. Kuipkleurstoffen worden toegepast als zeer goede kleurechtheid gevraagd wordt.

  • Kunsthars

    Kunstharsen hebben eigenschappen die gelijkaardig zijn aan die van natuurlijke harsen afkomstig van planten. Het zijn viskeuze vloeistoffen die permanent kunnen worden uitgehard. Chemisch zijn ze echter totaal verschillend van de harsachtige bestanddelen van plantaardige oorsprong. Kunstharsen kunnen in verschillende klassen worden onderverdeeld. Sommige worden gemaakt door esterificatie van de organische bestanddelen. De eerste en bekendste kunsthars was bakeliet, een fenolhars. Andere kunstharssoorten zijn alkydhars, polyurethaanhars en epoxyhars. Natuurlijke harsen komen voor in bomen, en hebben als functie het dichten van beschadigingen van de bast. Natuurlijke harsen worden onder invloed van zuurstof hard, bij de kunstharsen bepaalt de temperatuur vaak de fase van de stof.

  • Kunstmatige algemene intelligentie (AGI)

    AGI is een geavanceerde vorm van AI met het vermogen om te begrijpen, te leren en kennis toe te passen over een breed scala aan taken op een mensachtig niveau, en betekent een grote sprong voorwaarts van "narrow" AI, die is ontworpen voor specifieke taken, naar een meer veelzijdige, mensachtige intelligentie.

  • Kunstvezel, synthetische vezel

    Vezel, waarvan de chemische samenstelling, structuur en eigenschappen in een belangrijke mate worden aangepast tijdens het maakproces. Man-made of synthetische vezels worden versponnen en verweven tot een groot aantal consumenten- en industriële producten, zoals kleding, interieurtextiel (meubelstoffen tapijten, gordijnen...) en industriële onderdelen zoals verstevigingskoorden voor autobanden en aandrijfriemen. De chemische samenstelling op basis waarvan made-made fibres worden geproduceerd staat bekend als "polymeren", die gekenmerkt worden door lange, kettingmolecules met een grote afmeting en moleculair gewicht. Veel polymeren die gebruikt worden in de productie van synthetische vezels zijn dezelfde of identiek aan de polymeren die worden gebruikt voor kunststoffen, rubber, lijmen en oppervlaktecoatings.

  • Lagedichtheidspolyethyleen (LDPE)

    Lagedichtheidspolyethyleen (LDPE) is een thermoplastisch materiaal gemaakt uit de monomeer etheen/ethyleen. LDPE is vrij zacht en taai. Het is waterafstotend, een goede isolator (warmte, elektriciteit) en heeft een goede slagvastheid. Voor de productie van LDPE wordt er aardolie gebruikt. LDPE reageert niet bij kamertemperatuur, behalve met sterk oxiderende stoffen. De moleculen bestaan uit koolstof- en waterstofatomen. Als het materiaal in aanraking komt met vuur, ontstaat er enkel koolstofdioxide en water, waardoor er geen gevaar is voor het milieu en de mens. Het is goed bestand tegen basen en zuren. Sommige oplosmiddelen laten LDPE opzwellen. Het kan constant temperaturen tot 80°C verdragen en temperaturen tot 95 °C gedurende korte tijd.
    LDPE wordt op grote schaal gebruikt in de productie van verschillende containers, doseerflacons, spuitflessen, buizen, zakjes voor computeronderdelen en verschillende gegoten labo-toestellen. De grootste toepassing is het plastic tasje.

  • Lamswol

    Wol afkomstig van de eerste schering van het lam.

  • Lean manufacturing

    Meer doen met minder dankzij "lean thinking". Voortdurende zoektocht naar het verwijderen of verminderen van de drie "vijanden" van Lean: Muda (afval), Muri (overbelasting) en Mura (oneffenheid) - of elke activiteit die energie- en materiaalbronnen gebruikt zonder het creëren van toegevoegde waarde - in ontwerp, productie, verdeling en klantendiensten. Het Lean concept werd ontwikkeld door Toyota.

  • Lingerie

    Lingerie is een ander woord voor damesondergoed en -nachtkleding gemaakt uit fijne weefsels versierd met kant of borduurwerk.

  • Linnen

    Linnen wordt gemaakt uit de vlasvezel. Zowel de textielvezel als het uiteindelijke textiel wordt aangeduid als linnen. Kleding uit linnen weefsels worden gewaardeerd omwille van hun frisheid in warme temperaturen.

  • Lont

    Een lont is een lange en dunne bundel vezels. Lonten worden geproduceerd tijdens het maken van spingaren uit wolvlies, ruwe katoen of andere vezels. Na het kaarden liggen de vezels min or meer parallel in zachte bundels die worden uitgetrokken (machinaal of manueel) en lichtjes getorst tot een lengte die geschikt is voor het spinnen. De niet gesponnen vezelstrengen zijn lonten.

  • Luchtdoorlatendheid

    Porositeit of de mate waarin lucht doorheen een weefsel dringt. Luchtdoorlatendheid bepaalt onder andere de windweerstand van zeildoeken, de luchtweerstand van parachutedoeken, de efficiëntie van verschillende soorten filtermaterialen. Het bepaalt ook de warmte/koelte van weefsels.

  • Lycra®

    Handelsnaam neergelegd door Invista (voorheen DuPont) voor elastaan, een polyuretaanelastomeer met zeer hoge elastische eigenschappen.

  • Machine Learning

    Machine learning is een onderdeel van kunstmatige intelligentie (AI) dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van algoritmen en modellen waarmee computers kunnen leren van gegevens en voorspellingen of beslissingen kunnen nemen zonder dat ze expliciet voor elke taak zijn geprogrammeerd. In essentie gaat het om het creëren van systemen die automatisch kunnen leren en verbeteren op basis van ervaring.

    Er zijn verschillende soorten technieken voor machinaal leren, waaronder leren onder toezicht, leren zonder toezicht en leren op basis van versterking. Bij gesuperviseerd leren leert het algoritme van gelabelde gegevens, waarbij het invoer-uitvoerparen krijgt en leert om de uitvoer voor nieuwe invoer te voorspellen. Bij leren zonder toezicht worden patronen of structuren gevonden in invoergegevens zonder expliciete labels. Versterkingsleren is een vorm van leren waarbij een agent beslissingen leert nemen door interactie met een omgeving en feedback of beloningen voor zijn acties ontvangt.

    In het algemeen is het doel van machinaal leren het ontwikkelen van modellen en algoritmen die kunnen generaliseren op basis van gegevens, zodat ze taken kunnen uitvoeren of voorspellingen kunnen doen op nieuwe, ongeziene gegevens. Machine learning wordt onder andere toegepast in beeldherkenning, natuurlijke taalverwerking, aanbevelingssystemen en autonome voertuigen.

  • Massacustomisatie

    Productie van gepersonaliseerde of op maat gemaakte goederen en diensten die beantwoorden aan de verschillende en veranderende behoeften van de consument aan prijzen die zich in de buurt van massaproducten bevinden. Technologieën zoals digitalisering, internet, product modulering en lean productie luiden de laatste fase in van marktsegmentatie waarbij elke klant producten kan aankopen die precies beantwoorden aan zijn/haar wensen.

  • Matras

    Een matras is een groot, rechthoekig "kussen". Het wordt in een ledikant, op een lattenbodem, een spiraalbodem, of op een boxspring gelegd en ondersteunt het lichaam bij het liggen. De afmetingen verschillen per land. Een eenpersoonsmatras in de Benelux meet 90 x 200 cm. Een tweepersoonsmatras meet 180 x 200 cm. Een "twijfelaar" zit er tussenin, en meet 120 x 200 cm.

  • Matrastijk

    Stevige, dichtgeweven textiel die traditioneel werd geweven in een gestreepte katoenen of linnen keper en wordt gebruikt voor matras- en kussenovertrekken, onderbekleding.

  • Medische mondmaskers

    Medische mondmaskers zijn bedoeld voor gebruik in operatiekamers en zorginstellingen met vergelijkbare eisen, en zijn ontworpen om de gehele werkomgeving te beschermen.
    Ze worden geëvalueerd volgens de Europese norm 14683:2019 - Medical face masks - Requirements and test methods en de US norm ASTM F2100-11 Standard specification for performance of material used in medical face masks.

  • Merino

    Fijne, sterk gekroesde wolsoort afkomstig van het merinoschaap.

  • Metaalvezel

    Anorganische vezel met geleidende eigenschappen en/of EMI afscherming.

  • Meubelstoffen

    Meubelstoffen zijn vrij zware, dikke en stijve weefsels gebruikt om sofa's, stoelen en andere meubelstukken te stofferen en te decoreren. De belangrijkste vereisten waaraan ze moeten beantwoorden zijn weerstand tegen slijtage, kleurechtheid en makkelijk onderhoud (vlekwerendheid).

  • Microplastics

    Microplastics zijn afkomstig van de afvalstromen van grotere stukken kunststoffen die uiteenvallen in steeds kleinere stukjes onder invloed van UV straling (vooral UV-B). De beweging van de golven en de oxydanten zorgen ervoor dat de kunststoffen die aan het wateroppervlak drijven heel snel verschillende organische moleculen vrijgeven aan het zeewater. Dit werd reeds aangetoond voor polyethyleen, polypropyleen, polystereen en polyethyleentereftalaat, die moleculen met een zeer klein moleculair gewicht vrijgeven na slechts enkele dagen. Microbeads of microkorrels zijn een soort microplastics en bestaan uit uiterst kleine stukjes polyethyleenkunststoffen die worden toegevoegd als schuurmiddel aan gezondheids- en schoonheidsproducten, zoals reinigingsmiddelen en tandpasta. Deze kleine partikeltjes passeren de waterfiltersystemen en komen terecht in de oceanen, waar ze een bedreiging vormen voor het maritieme leven.

  • Microvezel

    Synthetische vezel waarvan de titer fijner is dan 1 denier of 1 decitex (1 g/10 km).

  • Minerale vezels

    Minerale vezels zijn anorganische vezels en worden ge-extrudeerd uit gesteenten en metalen: keramische vezels, basaltvezels, glasvezels…

  • Modacrylvezel

    Polymeervezels die minimum 50 % en maximum 85 % acrylonitril bevatten.

  • Mode

    Mode is een populaire stijl of praktijk, vooral in kleding, schoeisel, accessoires, haartooi en make-up. Mode is een onderscheidende en vaak constante trend in de stijl waarin een persoon zich kleedt.

  • Mohair

    Zijdeachtige wol afkomstig van de Angorageit.

  • Moiré

    Moiré is een weefsel waarvan de structuur door persen (kalanderen) plaatselijk is vervormd. Hierdoor wordt het licht in verschillende richtingen weerkaatst en ontstaat een gevlamd of gegolfd effect.

  • MRSL versus RSL

    MRSL en RSL zijn termen gebruikt in verband met het beheer van gelimiteerde stoffen (restricted substances) respectievelijk tijdens het productieproces en in afgewerkte producten. Beide worden vaak gebruikt als een chemische checklist ter ondersteuning van de productveiligheid en het chemisch beheer.

    MRSL staat voor Manufacturing Restricted Substance List en biedt producenten, leveranciers, merken en verdelers een overzicht van de aanvaardbare limieten van gelimiteerde stoffen in chemische formulaties die worden gebruikt in de productie van materialen en goederen. Een MRSL is voor bedrijven overal ter wereld een tool om de veiligheid van chemische formulaties die worden gebruikt in het productieproces te regelen. Via het toepassen van een MRSL worden werknemers, consumenten en het milieu beter beschermd en kunnen merken en verdelers zich beter indekken tegen eventuele negatieve publiciteit rond productveiligheid.

    RSL staat voor Restricted Substances List en wordt vaak als chemische checklist gebruikt bij het testen van afgewerkte producten op de aanwezigheid van gelimiteerde producten. Een RSL is toepasbaar op afgewerkte producten en/of onderdelen. Een RSL is een instrument om te helpen bij het beantwoorden aan REACH, CPSIA, California Proposition 65.

  • Naaldvilt

    Non-woven textiel uit synthetische vezels (PP en PES). De vezels worden mechanisch gebonden via vernaalding.

  • Nachtkleding

    Nachtkleding is ontworpen om gedragen te worden tijdens het slapen.

  • Namaak

    Namaak is het imiteren van iets echts met als doel diefstal, vernietiging of vervanging van het originele artikel, meestal voor illegale transacties of om mensen te misleiden door ze te laten geloven dat het imitatieproduct evenveel of meer waard is dan het authentieke product. Namaakgoederen zijn niet-geautoriseerde kopieën of imitaties van het echte artikel, vaak gemaakt om de gepercipieerde waarde van het originele artikel uit te buiten. De term "namaak" wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar valse valuta, documenten en namaakversies van verschillende producten zoals kleding, handtassen, schoenen, farmaceutische producten, auto-onderdelen, ongeautoriseerde vliegtuigonderdelen (die tot talloze ongelukken hebben geleid), horloges, elektronica, software, kunstwerken, speelgoed en films.

  • Natuurlijke vezels

    Natuurlijke vezels zijn plantaardig, dierlijk of mineraal van oorsprong. Natuurlijke vezels omvatten proteïnehoudende vezels zoals wol en zijde, cellulosehoudende vezels zoals katoen en vlas en minerale vezels zoals asbest (silicaat).

  • Neuromorphic Computing

    Een computeraanpak geïnspireerd door de structuur en functie van het menselijk brein, gebruikmakend van kunstmatige neuronen en synapsen. Neuromorphic Computing streeft naar efficiëntere en krachtigere verwerking, vooral voor taken waarbij patroonherkenning en sensorische verwerking een rol spelen.

  • NIAS - Niet opzettelijk toegevoegde stoffen

    NIAS zijn onverwachte en mogelijk schadelijke stoffen die vanuit een verpakkingsmateriaal of een ander voedingscontactmateriaal naar het voedingsmiddel kunnen migreren. Volgens de wetgeving, moeten NIAS beoordeeld worden volgens de wetenschappelijk erkende beginselen van risicobeoordeling. De Europese Verordening nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, stelt dat de potentiële gezondheidsrisico's in het voedselverpakkingsmateriaal geanalyseerd moet worden door de producent volgens de internationaal erkende principes betreffende risicoanalyses.

  • Nonwoven, vlies

    Nonwoven of vlies is een categorie textielmaterialen die geweven noch gebreid is. In tegenstelling tot de klassieke fabricage van een textieldoek wordt dus geen garen gebruikt, maar wordt het materiaal rechtstreeks als vezel of filament in een vlies afgelegd en vervolgens aan elkaar gehecht. De vezels of filamenten kunnen daarbij al dan niet georiënteerd zijn (gerichte of ongerichte vliezen). De opbouw kan zeer verschillend zijn. Deze varieert van nauwelijks tot zeer intensief gebonden, soepel tot stijf, compact tot hoogvolumineus.

  • Novelty garens

    Novelty garens zijn een unieke categorie garens die afwijken van de conventionele gladde en uniforme strengen. Deze garens zijn ontworpen om textuur, visuele aantrekkingskracht en individualiteit toe te voegen aan gebreide of gehaakte projecten. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende stijlen, waaronder

    Bouclé: Met lussen of krullen langs de draad, wat resulteert in een getextureerde afwerking.
    Eyelash: Bestaat uit korte vezels die uit de streng steken, wat lijkt op wimpers en een pluizig of harig gevoel geeft.
    Slub: Heeft onregelmatige dikke en dunne secties langs de streng, waardoor een getextureerde look ontstaat.
    Lint: Bestaat uit platte, lintachtige strengen die kunnen variëren in breedte en dikte.
    Chenille: Gemaakt van fluweelachtige, pluizige vezels die de zachtheid van chenille stof nabootsen.
    Franjes: Bevat strengen van lange, losse vezels die ontworpen zijn om aan de rand van de stof te bungelen, waardoor een franje-effect ontstaat.
    Metallic: Metalen draden of vezels die het garen een glinsterende en fonkelende kwaliteit geven.
    Corkscrew: Gedraaid of gespiraliseerd garen met een opgerold uiterlijk dat doet denken aan een kurkentrekker.
    Sashay: Een gekroesd garen dat vooral wordt gebruikt voor sjaals en andere accessoires, met een netachtige structuur.

    Deze nieuwe garens worden vaak gebruikt om stijl en karakter toe te voegen aan kleding, accessoires en woonprojecten.

  • Nylon

    Generische naam voor een groep synthetische polymeren, die tot de groep van polyamiden behoren. Oorspronkelijk ontwikkeld als synthetische vervanger van zijde.

    In het voorjaar van 1935 deden de wetenschappers van het Amerikaanse chemiebedrijf Du Pont De Nemours & Co een historische ontdekking. Zij slaagden er namelijk in om een groep synthetische polymeren samen te stellen die de eigenschappen van de stof zijde imiteerden. Een jaar later verscheen het eerste product dat gebruik maakte van de nieuwe uitvinding op de markt: een tandenborstel met nylon haartjes. De grote doorbraak van de ‘wonderstof’ kwam echter pas op de Wereldtentoonstelling van 1939 te New York. Daar introduceerde Du Pont namelijk een kous gemaakt van nylon als een goedkoper en kreukvrij alternatief voor de gebruikelijke zijden kousen.

  • Octrooi

    Een octrooi is een uitsluitingsrecht op het exploiteren van een technische uitvinding. Een octrooi geeft aan zijn eigenaar het recht anderen (vermeende inbreukmakers) te verbieden het geoctrooieerde te exploiteren.

  • Ondergoed

    Ondergoed is kleding die onder de kleding wordt gedragen, over het algemeen in direct contact met de huid.

  • Ondertapijt

    Een ondertapijt is een viltlaag of een laag uit rubber of synthetisch materiaal (bv. polyurethaan) die onder het tapijt wordt geplaatst. Het voorkomt/vermindert de wrijving van het tapijt over de harde vloer zodat het tapijt minder snel slijt. Bovendien zorgt het voor een beter comfort.

  • Onderzoek en Ontwikkeling (O&O)

    Systematische activiteit waarbij basis en toegepast onderzoek worden gecombineerd om oplossingen te zoeken voor problemen of om nieuwe producten en kennis te creëren. O&O kan resulteren in intellectuele eigendomsrechten zoals octrooien (patenten).

  • Open-end (OE) spinnen

    Open-end (OE) of rotorspinnen is een technologie waarbij garens worden geproduceerd zonder spintol. De lont wordt rechtstreeks van de kaarde in de rotor gebracht, waar het wordt gesponnen en op een bobijn wordt afgeleverd.

  • Oplosmiddel (solvent)

    Een solvent of oplosmiddel is doorgaans een vloeistof, waarin andere materialen opgelost worden en zo een oplossing vormen. Polaire solventen (vb. water) vormen eerder ionen, apolaire (vb. koolwaterstoffen) niet. Solventen zijn of vooral zuur, of vooral alkalisch, of amfoteer (beide) of aprotisch (geen van beide). Organische bestanddelen die als solvent worden gebruikt omvatten o.a. aromatische compounds en andere koolwaterstoffen, alcoholen, esters, ketonen, amines en genitreerde en gehalogeneerde koolwaterstoffen.
    Ze worden vooral toegepast als medium in chemische synthese, als industriële reinigers, in extractieprocessen, farmaceutica, inkten en verven, lakken en vernissen.

  • Overheidsopdrachten (Openbare aanbestedingen)

    Overheidsopdrachten hebben betrekking op de aankoop door overheden en staatsbedrijven van goederen, diensten en werken. Het is een cruciale pijler van de dienstverlening voor overheden. Aangezien het gaat om een groot deel van het geld van de belastingbetaler, wordt van overheden verwacht dat ze het efficiënt en met hoge integriteitsnormen uitvoeren om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en het algemeen belang te beschermen.
    Als belangrijke activiteit voor overheden kunnen en moeten goed beheerde overheidsopdrachten een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van de efficiëntie van de publieke sector, het creëren van vertrouwen bij de burgers en het bijdragen aan belangrijke overheidsagenda's zoals de digitale transformatie en groene groei.

    Bron: oecd.org

  • Overjas

    Een overjas is een soort lange jas die bedoeld is om als buitenste kledingstuk gedragen te worden en die meestal tot onder de knie reikt. Overjassen worden doorgaans in de winter gedragen wanneer warmte een belangrijke factor is.
    Er bestaan verschillende types volgens gebruik, mode en kledingvoorschriften: regenjas, slipjas of pandjesjas, winterjas, wintermantel, duffelcoat, loden jas...

  • Paardenhaar

    Paardenhaar is het lange, ruwe haar van de manen en van de staart van paarden. Het wordt in verschillende toepassingen gebruikt, zoals meubelbekleding, borstels, de bogen van muziekinstrumenten, een slijtvast weefsels, haardoek genaamd en in vroegere tijden als versteving in pleisterwerk. Paardenhaar kan zeer stijf of zeer fijn en flexibel zijn. Het haar van de manen is doorgaans zachter dan het haar uit de staart. De textuur hangt af van het paardenras, de behandeling van het paard, met inbegrip van natuurlijke omstandigheden zoals dieet en klimaat. Ook de manier van verwerking kan de kwaliteit en de toucher beïnvloeden. Paardenhaar is een eiwitvezel dat heel traag water absorbeert.

  • Pak

    Een pak bestaat uit een pantalon en colbert gemaakt uit dezelfde stof. Bij een driedelig pak hoort ook een gilet (vest). In Vlaanderen gebruikt men doorgaans de term "kostuum".

  • Panty

    Een panty, maillot (Nederland) of een kousenbroek (Vlaanderen) is een nauw aansluitend kledingstuk dat bestaat uit lange kousen en een broekje aaneen.

  • PEEK (polyetheretherketone)

    PEEK is een thermoplastische polymeer met uitzonderlijk goede prestaties over een breed scala van temperaturen en extreme omstandigheden. PEEK combineert een uitzonderlijke thermische, mechanische en chemische weerstand. PEEK kan worden toegepast bij een continue werktemperatuur van 250°C en heeft een uitstekende lange termijn chemische resistentie. Polyetheretherketone, of PEEK, werd ontwikkeld in de late jaren 1970 door de Amerikaanse ruimtevaartindustrie. Op het einde van de twintigste eeuw werd een zeer zuivere en implanteerbare klasse van PEEK (PEEK-OPTIMA) gecommercialiseerd door "Invibio Biomaterial Solutions" voor toepassingen in de medische hulpmiddelenindustrie.

  • Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)

    Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) worden gebruikt door mensen die beroepen uitoefenen waar risico's aan verbonden zijn, om letsel en lichamelijke schade te voorkomen. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is de meest directe manier om arbeidsrisico's te verminderen.

  • PFAS

    PFAS staat voor Per- en Polyfluoralkyl Stoffen, een groep synthetische chemicaliën die in verschillende industriële en consumentenproducten worden gebruikt vanwege hun water- en vetbestendige eigenschappen. Ze staan bekend om hun persistentie in het milieu en mogelijke gezondheidsrisico's.

  • Pilling

    Pilling is de vorming van kleine, pluizige bolletjes of clusters op het oppervlak van een stof. Het komt vaak voor bij veel soorten textiel, vooral bij textiel gemaakt van natuurlijke vezels zoals katoen, wol of mengsels van deze vezels. Pilling kan worden veroorzaakt door wrijving, schuren of zelfs gewoon door normale slijtage en wassen van de stof. Het gebeurt wanneer de vezels in de stof losraken en verstrikt raken, waardoor deze kleine bolletjes ontstaan. Hoewel pilling meestal geen invloed heeft op de structurele integriteit van de stof, kan het wel het uiterlijk aantasten, waardoor de stof er versleten of vroegtijdig verouderd uitziet.

  • Plantaardige vezels

    Plantaardige vezels worden geclassificeerd volgens de bron in de plant waar ze gewonnen worden als bast-, blad- of zaadvezels.

  • Pluche

    Pluche is een zacht, harig weefsel dat onder andere gebruikt wordt om stoelen te bekleden, voor gordijnen, tafelkleden, en voor poppen. Oorspronkelijk werd pluche gemaakt van mohair, later ook wel van zijde op een katoenen ondergrond, en tegenwoordig vooral van materialen zoals polyester.

  • Polyacryl (PAN)

    Synthetische vezel verkregen uit polyacrylonitril. Polyacryl vormt lange lineaire moleculen, die zeer geschikt zijn als textielvezel.

  • Polyamide (PA)

    Nylon is de generische naam voor alle lange-keten vezelvormende polyamiden met repetitieve amidegroepen. Polyamides omvatten de grootste familie van kunststoffen met een brede waaier aan toepassingen. Polyamiden worden vaak verwerkt tot monofilamenten en garens. Polyamides zijn zeer slijtvast en hebben goede mechanische eigenschappen zelfs bij hoge temperaturen, een lage permeabiliteit tegen gassen en een goede chemische weerstand.

  • Polybenzimidazool (PBI)

    Polybenzimidazoles zijn een klasse van heterocliete thermoplastics met een extreme hittebestendigheid. Ze worden bereid uit een aromatische tetra-amine en een aromatisch dicarbonzuur of een derivaat ervan. Polybenzimidazoles staan bekend omwille van hun hoge sterkte en zeer goede hittebestendigheid en worden in veel industriële domeinen toegepast, zoals halfgeleiders, petrochemische en ruimtevaart industrieën. De belangrijkste toepassingen zijn hittebestendige kleding, contactafdichtingen, wafer carriers, membranen voor verschillende scheidingsprocessen, isolerende bussen en thermische isolatoren.

  • Polyester (PET/PES)

    In textiele toepassingen wordt thermoplastische polyester gebruikt. De korrels van dit materiaal worden in een spinmachine gesmolten en gevormd tot filamenten.

  • Polyethyleen (PE)

    Polyetheen (of polyethyleen) wordt gemaakt door polymerisatie van etheen. Etheen wordt verkregen door het afbreken (kraken) van onder andere nafta, een licht derivaat van aardolie. Poly(etheen) wordt in verschillende soorten aangeboden waaronder: low density (LDPE < 0.930 g cm³), linear low density (LLDPE ca 0.915-0.940 g cm³) en high density (HDPE ca 0.940-0.965 g cm³).

  • Polypropyleen (PP)

    Polypropyleen (polypropeen) is een kunsthars dat is opgebouwd door de polymerisatie van propyleen. Behorend tot de familie van polyolefineharsen, wordt polypropyleen gevormd of geëxtrudeerd tot heel veel kunststofproducten waarin sterkte, flexibiliteit, licht gewicht en hitteweerstand vereist worden. Het wordt ook gesponnen in vezels voor industriële en huishoudelijke toepassingen. Propyleen kan worden gepolymeriseerd met ethyleen tot elastische ethyleen-propyleen copolymeren.

  • Polyurethaan (PUR)

    Polyurethaan wordt gevormd door de reactie van een polyol (een alcohol met meer dan twee reactieve hydroxylgroepen per molecule) en een polymere iocyanaat met toevoeging van geschikte katalysatoren en additieven. Polyurethaan wordt gebruikt in matrassen, zetels, isolatie, vloeibare coatings en verven, harde elastomeren zoals de rolschaatswieltjes, zachte flexibele schuimen in speelgoed, verschillende elastische vezels en vele andere toepassingen.

  • Polyvinylalcohol (PVA)

    Polyvinylalcohol is een in water oplosbaar, synthetisch polymeer. De PVA vezel wordt in de industrie toegepast als high performance vezel.

  • Polyvinylchloride (PVC)

    Polyvinylchloride, of PVC, wordt gebruikt in uiteenlopende industriële, technische en dagelijkse toepassingen: van raamprofielen en bloedzakken tot creditcards en regenjassen. PVC bestaat uit 38,41 % koolstof, 4,86 % waterstof en 56,73 % chloor en is eind jaren 1920 voor het eerst commercieel in productie genomen nadat er additieven aan het mengsel waren toegevoegd en er een kunststof ontstond die wordt geapprecieerd omwille van zijn flexibele, duurzame en zuinige eigenschappen.

  • Poolweefsel

    Weefsel met dicht op elkaar gepakte gesneden vezels of ongesneden lussen aan de oppervlakte. Het weefsel voelt doorgaans zacht aan (badhanddoek, fluweel, pluche).

  • Popeline

    Popeline is een sterke stof, oorspronkelijk met fijne zijden ketting en dikkere kamgaren inslag, nu ook van andere garens, van wol, katoen, rayon of elk mogelijk mengsel. Popeline wordt vooral gebruikt voor hemden, pyjama's, jurken en als decoratief materiaal.

  • Private participatiemaatschappijen

    Participatiemaatschappijen kopen bedrijven op en renoveren ze om winst te maken wanneer het bedrijf weer wordt verkocht. Kapitaal voor de overnames is afkomstig van externe investeerders in de private equity fondsen die de bedrijven oprichten en beheren, meestal aangevuld met schulden. De private equity industrie is snel gegroeid; het is meestal het populairst wanneer de aandelenkoersen hoog zijn en de rentetarieven laag.
    Een overname door private equity kan een bedrijf concurrerender maken of opzadelen met onhoudbare schulden, afhankelijk van de vaardigheden en doelstellingen van de participatiemaatschappij.

  • Productontwerp

    Gedetailleerde specificatie van de onderdelen van een geproduceerd voorwerp en hun relatie tot het geheel. Een productontwerp moet rekening houden met hoe het artikel beantwoordt aan zijn beoogde functionaliteit op een efficiënte, veilige en betrouwbare wijze. Het product moet ook economisch geproduceerd kunnen worden en aantrekkelijk zijn voor de beoogde consumenten/gebruikers.

  • Productontwikkeling

    Creatie van producten met nieuwe of andere eigenschappen die de gebruiker een nieuw of bijkomend voordeel opleveren. Productontwikkeling kan zowel verwijzen naar de wijziging van een bestaand product of presentatie ervan, als naar het formuleren van een totaal nieuw product dat voldoet aan de noden van een nieuw gedefinieerde gebruiker of nichemarkt.

  • Pullover, trui

    Een trui is een gebreid kledingstuk voor het bovenlichaam, zonder voorsluiting, dat over het hoofd wordt aangetrokken.

  • PVC-vezel

    PVC-vezels of chloorvezels worden verkocht onder de merknamen Rhovyl, Fibravyl, Thermovyl, Isovy, Retractyl, Crinovyl, Envilon, Nip.

  • Pyjama

    Een pyjama is een kledingstuk voor de nacht en wordt gedragen tijdens bedtijd. Het woord pyjama komt oorspronkelijk via het Hindiwoord pay-djama uit het Perzische woord paydjame dat letterlijk beenbedekking betekent. Een standaardpyjama bestaat uit twee delen, een loszittende lange broek en een jasje van linnen, katoen of flanel.

  • Raffia

    Raffia is een sterke natuurlijke vezel die wordt vervaardigd uit het blad van de raffiapalm uit Afrika en Madagaskar. De nerf van de onderkant van het blad van de palm wordt gestript om een lange, dunne vezel te creëren die kan worden geverfd en geweven in textielproducten zoals hoeden, schoenen en decoratieve karpetten.

  • Ramie

    Ramie is een natuurlijke vezel geproduceerd uit Boehmeria nivea of Chinees gras, een plant die behoort tot de brandnetelfamilie. Uit de stengel van de plant worden al meer dan 6000 jaar vezels gewonnen die gebruikt worden voor de productie van onder meer draad en touw, visnetten, papier en grove textielwaren als tafellakens, beddengoed en gordijnen.

  • Rayon

    Kunstzijde is de verouderde benaming voor rayon, tegenwoordig meestal aangeduid met de modernere naam viscose. Het is een kunstmatig vervaardigde vezel op basis van een natuurlijke grondstof, cellulose, die bijvoorbeeld wordt gewonnen uit houtpulp van bamboe of eucalyptushout.

  • Recycling

    Recycling/recyclage is het proces van het omzetten van afvalstoffen in nieuwe materialen en objecten. Het is een alternatief voor "conventionele" afvalverwijdering dat materiaal kan besparen en de uitstoot van broeikasgassen kan helpen verminderen. Recycling kan de verspilling van potentieel nuttige materialen voorkomen en het verbruik van verse grondstoffen verminderen, waardoor het energieverbruik, de luchtvervuiling (door verbranding) en de watervervuiling (door storten) afnemen. Recycling is een belangrijk onderdeel van de moderne afvalreductie en is de derde component van de "Reduce, Reuse, and Recycle" afvalhiërarchie. Zo is recycling gericht op milieuduurzaamheid door de input van grondstoffen in het economische systeem te vervangen en de output van afval te heroriënteren. Er zijn enkele ISO-normen met betrekking tot recycling, zoals ISO 15270:2008 voor kunststofafval en ISO 14001:2004 voor de milieumanagementcontrole van de recyclingpraktijk.

  • Regenkleding

    Regenkleding is speciaal behandelde kleding die zorgt dat regendruppels niet door kunnen dringen. Goede waterdichte kleding is duur, omdat niet alleen de stof waterbestendig moet zijn, maar ook de naden/lassen waterdicht moeten worden gemaakt.

  • Ringspinnen

    Ringspinnen is één van de oudste machinale spintechnieken voor stapelvezels zoals katoen of wol. Het is een continu proces waarbij de roving (lont) eerst wordt uitgerekt en vervolgens wordt gesponnen en gewikkeld rond een draaiende spil die op zijn beurt vervat zit in een onafhankelijk draaiend vliegwiel.

  • Ringtest

    Programma waarin een aantal laboratoria identieke proefstukken van een aantal materialen testen om (in de eerste plaats) de meetprecisie te bepalen (herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid) van iedere parameter die werd opgenomen in een testmethode. Een ringtestprogramma is een analysetechniek die gebruik maakt van een random model van "testvarianten" (ANOVA) om een meetsysteem te beoordelen. Ringtesten helpen om oorzaken van systematische fouten bloot te leggen en kunnen aanleiding geven tot de nodige correctieve acties.

  • Ritssluiting

    Een ritssluiting (ook wel rits of treksluiting) is een mechaniek om de randen van twee stukken stof tijdelijk aan elkaar vast te kunnen maken. De rits bestaat uit twee rijen metalen of kunststof plaatjes met aan de ene kant tanden en aan de andere kant inkepingen. Deze plaatjes kunnen worden samengevoegd of gescheiden door aan een lipje te trekken aan een sluitplaatje. Bij het sluiten van de rits worden telkens de tandjes over de bovenkant van de tegenoverliggende plaatjes gehaakt. De inkepingen in de volgende plaatjes houden de rits dicht. Onder aan het lusje van de glijder zit een klein pinnetje dat zich vastprikt tussen de tandjes. Dit zorgt ervoor dat de glijder niet vanzelf terug glijdt en de rits weer opengaat. De ritssluiting werd uitgevonden door Whitcomb Judson in 1893, hoewel het ontwerp van de moderne rits in 1913 werd gepatenteerd door Gideon Sundback.

  • Rok

    Een rok is een buis- of kegelvormig kledingstuk dat om de taille of op de heupen wordt gedragen en de benen deels of volledig bedekt. De lengte van de rok wordt bepaald door de afstand tussen taillelijn en onderkant zoom waar deze naar binnen gevouwen is.

  • Rondbreisel

    Breisel in de vorm van een naadloze buis als resultaat van een rondbreiprocedé.

  • Rubber

    Natuurrubber is een polymeer dat voorkomt als een emulsie in het sap (dat voor ca. 33% uit latex bestaat) van een aantal plantensoorten, zoals de Braziliaanse en Indische rubberboom. Het latex wordt gefiltreerd en verdund met water en vervolgens met zuur behandeld om de rubberdeeltjes te doen stollen. In 1770 ontdekte de chemicus Joseph Priestley per ongeluk dat rubber potloodstrepen kon verwijderen. Rubber werd bijgevolg venoemd naar het Engelstalige werkwoord voor wrijven (to rub). Synthetisch rubber ontstaat door het polymeriseren van aardolie.

  • Satijn

    Alle weefsels geproduceerd in de satijnbinding, één van de drie basisweefmethodes. Het weefsel heeft doorgaans een gladde, glanzende voorkant en een doffe achterkant. Het wordt in verschillende gewichten geproduceerd voor verschillende toepassingen zoals jurken, vooral avondjurken, voeringen, beddenlakens en meubelstoffen. Hoewel satijn oorspronkelijk uit zijde werd vervaardigd, wordt het nu uit allerlei vezelgarens gemaakt.

  • Satijnbinding

    De satijnbinding (of atlasbinding) is een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen. Bij een inslagsatijn wordt het effect gevormd door de inslagdraden, doordat deze de bindingspunten bedekken. Met deze techniek kunnen garens heel dicht op elkaar geweven worden, waardoor het weefsel soepel wordt. Als glanzende inslagdraden en matte kettingdraden gebruikt worden is de onderkant dof, maar de bovenkant glanzend door de losliggende inslagdraden. Dit geeft het weefsel een luxe uitstraling.

  • Schub

    Wol heeft een unieke oppervlaktestructuur met elkaar overlappende schubben. De wolschubben verankeren de vezel in de huid van het schaap. De oppervlakte van de wolvezel is totaal verschillend van de typisch gladde oppervlakte van de synthetische vezel.

  • Servitisatie

    Servitisatie verwijst naar industrieën die hun producten gebruiken om "resultaten als een dienst" te verkopen in plaats van een eenmalige verkoop. Netflix en Spotify zijn hier waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van. Zij leveren media als een dienst, in plaats van dat klanten de cd's, dvd's enzovoort kopen die deze resultaten produceren.
    De term servitisatie (Eng: servitization) werd voor het eerst geïntroduceerd in 1988 door auteurs Sandra Vandermerwe en Juan Rada, die stelden dat fabrikanten een manier nodig hadden om zich ten eerste te onderscheiden van concurrenten, en belangrijker nog om hun klantenbasis te behouden en het niveau van differentiatie te verhogen. Het concept van servitisatie gaat echter terug tot de jaren zestig, toen Bristol Siddeley "Power By The Hour" aanbood - een servitizatieplan voor hun Viper-motoren. Het was een complete vervangingsservice voor motoren en accessoires tegen een vast bedrag per vlieguur. In plaats van de motor te kopen, kocht je het vermogen dat hij leverde, waardoor exploitanten nauwkeuriger konden voorspellen en geen kapitaalkosten hoefden te maken, zoals voorraden van motoren en accessoires.

  • Short

    Een short is een broek met korte pijpen die gedragen wordt door mannen en vrouwen. De lengte van de pijpen kan variëren maar zal nooit het volledige been bedekken.

  • Sisal

    Sisal is een tropische vezel en wordt vooral voor touw, borstels en vloerbedekking gebruikt. Ook wordt sisal gebruikt in dartborden. Sisal komt ook voor in meer verfijnde weefsels, die vooral door Maya's gebruikt worden voor kleding. Sisal wordt gewonnen uit de bladeren van plantensoorten die tot het geslacht Agave uit de Agavenfamilie behoren en werd genoemd naar een havenstad in Yucatán.

  • Sjaal

    Een sjaal of das is een langwerpig stuk doek dat gedragen wordt om de hals of schouders. Het woord is afgeleid uit het Perzisch (shal) en oorspronkelijk uit het Sanskriet (sati, doek). Een sjaal kan worden gemaakt uit wol, kasjmier, linnen of katoen.

  • Slim textiel, intelligent textiel, smart textiles

    De termen “smart”, “slim” en “intelligent” textiel of wearables worden doorgaans door elkaar gebruikt. De term "smart textile" verwijst zowel naar een "smart textile material" als naar een "smart textile system". De context bepaalt welke van de twee onderstaande definities van toepassing is: Smart (intelligent) textile material: functioneel textielmateriaal dat actief interageert met zijn omgeving, m.a.w. dat antwoordt op of zich aanpast aan veranderingen in de omgeving. Smart (intelligent) textile system: textielsysteem dat een bedoelde en te gebruiken respons vertoont in reactie op zowel veranderingen in de omgeving als op een extern signaal of input.

  • Small science

    Small science verwijst (in tegenstelling tot big science) naar kleinschaliger onderzoek, uitgevoerd door individuen of kleine teams of in het kader van gemeenschapsprojecten.

  • Sok

    Een sok is een kledingstuk dat aan de voet gedragen wordt. Een sok bedekt de enkel en een gedeelte van de kuit.

  • Sorteren

    Het sorteren is de eerste stap in het recyclageproces van polymeerafvalstromen (afkomstig van textiel en kunststoffen) na de afvalinzameling. Tijdens deze stap worden de materialen die bestemd zijn voor recyclage gescheiden, gewassen en voorbereid. Afhankelijk van de aard van het polymeer wordt het gesorteerde afval onmiddellijk ter plaatse verwerkt of verzonden naar een gespecialiseerd recyclagebedrijf. Er bestaan veel soorten materiaal en verschillende sorteerprocessen die variëren volgens het soort product.

  • Speerpunttechnologie

    Technologie op het hoogste niveau van ontwikkeling. Hightech, state-of-the-art, erg geavanceerde technologie die toonaangevend is.

  • Spinnen (polymeren)

    Spinnen is een vorm van extrusie waarbij een spinplaat wordt gebruikt om meervoudige continue filamenten te creëren. Het polymeer wordt vooraf vloeibaar gemaakt door smelten (in het geval van thermoplasten) of door een solvent of chemische behandeling om oplosbare of thermoplastische derivaten te bekomen. Het gesmolten polymeer wordt vervolgens door de spinplaat geduwd, waarna het eerst tot een rubberachtige vorm afkoelt en daarna tot een vaste vorm. Indien een polymeeroplossing wordt gebruikt, wordt het solvent verwijderd na de passage doorheen de spinplaat.

  • Spinplaat

    Een spinplaat kan voorzien zijn van één tot enkele honderden gaten. Wanneer een filament doorheen de kleine openingen van de spinplaat tevoorschijn komt, wordt de vloeibare polymeer eerst omgezet in een "rubberachtige" toestand en vervolgens gestold. Dit extrusie-en stollingsproces voor de productie van continue filamenten wordt ook "spinnen" genoemd, maar mag niet verward worden met de andere textielbehandeling met dezelfde naam waarbij korte stapelvezels tot garens worden gesponnen.

  • Spintol

    Een spintol is een rechte spaak die wordt gebruikt om vezels zoals wol, vlas en katoen tot garens te spinnen en te torsen. Een spintol is in beginsel niets anders dan een zwaar gewicht, waaraan een wollen draad bevestigd kan worden en die snel aan het draaien kan worden gebracht. De gesponnen draad wordt op de tol gewonden. Om het proces sneller en ook stabieler te laten verlopen, wordt de draad gebonden aan een steen met een gat erin. De steen wordt aan het draaien gebracht, totdat de draad voldoende is gedraaid voor de benodigde stevigheid. In de eenvoudigste vorm heeft de spintol een spleetje aan de bovenkant waarin de draad wordt geklemd. Later in de ontwikkeling kreeg de spintol een haak van been. Een spintol heeft altijd een breder, cirkelvormig deel, een vliegwiel. Dat is van belang om het voorwerp een groter traagheidsmoment te geven, waardoor de tol stabieler draait. Dit bredere deel kan aan de bovenkant, in het midden of aan de onderkant zitten.

  • Spinvlies

    Spinvlies wordt geproduceerd in een continu proces waarbij de vezels na het spinnen direct worden verspreid in een web door deflectoren of via luchtstromen. Deze techniek resulteert in snelle doorlooptijden en lagere kosten.

  • Splijtvezel

    Door polypropyleen bandjes te fibrilleren, ontstaat een splijtvezel. De eerste kunstgrassen werden uit gespleten PP vezels geproduceerd.

  • Sportkleding

    Sportkleding is kleding die bij het sporten gedragen wordt. Het design verschilt volgens de vereisten van de uitgeoefende sport.

  • Stapelvezel

    Vezel uit eender welke samenstelling met een beperkte lengte. De tegengestelde term is filamentvezel met een quasi onbeperkte lengte.

  • Sterken en ontsterken

    Voor het weven worden de kettingdraden gesterkt om het aantal breuken en productiestops te verminderen. Op het weefgetouw worden de kettingdraden onderworpen aan bijvoorbeeld cyclische druk, verbuigingen, abrasie en intern fricties. Het sterken verhoogt de sterkte - abrasieweerstand - van het garen en vermindert de harigheid van het garen. Verschillende types wateroplosabere polymeren - sterkingsmiddelen - worden toegepast om het garen te beschermen, zoals gemodificeerd stijfsel, polyvinyl alcohol (PVA), carboxymethylcellulose (CMC), en acrylaten. Er wordt ook gebruik gemaakt van was om de kettinggarens te beschermen. Het recept van het sterkingsmiddel wordt bepaald door het type (bv. katoen, polyester, linnen) en dikte van het garen en het type weefmachine. Het sterkingsmiddel wordt met de hand of machinaal aangebracht op de kettinggarens. Na het weefproces wordt het weefsel ontsterkt (gewassen).

  • Steunkous

    Therapeutische elastische kousen (TEK) worden vaak steunkousen genoemd. Het zijn kousen die bedoeld zijn om extra druk te geven aan een ledemaat (arm of been), meestal om de ophoping van vocht, oedeem, tegen te gaan. Door de extra druk verplaatst het vocht zich deels van intercellulair (tussen de cellen) naar intravasaal (in bloedvat of lymfevat). Ook de afvoer van vocht door de bloedvaten verbetert.

  • Stimuli-responsieve materialen (SRM)

    Stimuli-responsieve of stimuli-sensitieve materialen veranderen één of meerdere van hun eigenschappen onder invloed van een bepaalde stimulus. De onderliggende fysisch-chemische mechanismen worden gestuurd door het "transitiefenomeen" waarbij SRM's een input of prikkel (stimulus) omvormen in een output of reactie.

  • Streetwear

    Streetwear is een modestijl die zijn oorsprong vindt in stedelijke omgevingen, vooral beïnvloed door skateboarden, hiphopcultuur en andere subculturen. Het wordt gekenmerkt door casual, comfortabele kleding met de nadruk op authenticiteit, individualiteit en zelfexpressie. De belangrijkste elementen van streetwear zijn grafische T-shirts, hoodies, sweatshirts, baggy jeans of joggers, sneakers en accessoires zoals petten, mutsen en rugzakken. Streetwear wordt vaak gekenmerkt door opvallende logo's, afbeeldingen en ontwerpen en bevat vaak elementen van sportkleding en gebruiksmode. In de loop der tijd is streetwear uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen, met zijn eigen gevestigde merken, gemeenschappen en modetrends.

  • Stropdas

    Een stropdas (soms das, cravate of plastron genoemd) is een langgerekt stuk stof dat om de hals kan worden geknoopt. Dassen worden traditioneel als versiering door mannen boven een overhemd gedragen.
    Oorsprong van "cravate": Op een gegeven moment werd het in Kroatië gebruikelijk dat een vrouw die afscheid moest nemen van haar geliefde, hem haar sjaal meegaf toen hij vertrok voor oorlog. De huurling strikte deze sjaal om zijn nek en vele anderen volgden. In enkele landen zouden de woorden Krawatte (Duitsland), Cravate (Frankrijk) en meer gelijkklinkende woorden aan de Kroatische huursoldaten die rond 1630 in dienst waren van het leger van koning Lodewijk XIII van Frankrijk (Dertigjarige Oorlog) herinneren. Deze Kroaten baarden opzien in Parijs met hun rond de nek geknoopte zakdoeken of halsdoeken. De Kroaat werd vervolgens een begrip in de modewereld. Charles II introduceerde de cravate vervolgens in Engeland en zijn koloniën.

  • SVHC - zeer zorgwekkende stoffen

    Stoffen die ernstige en vaak onomkeerbare gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van de mens en voor het milieu, kunnen worden geïdentificeerd als zeer zorgwekkende stoffen (Substances of Very High Concern - SVHC’s).

  • Sweater

    Hoewel de term sweater/sweatshirt uit het Engels werd overgenomen, betekent het in het Nederlands een van binnen gemoltonneerde katoenen trui met lange mouwen en een hoge ronde of een V-hals.

  • Synthetische gegevens

    Kunstmatig gegenereerde gegevens die echte gegevens nabootsen, gebruikt voor het trainen en testen van modellen voor machinaal leren. Synthetische data helpt gegevensschaarste te voorkomen, garandeert privacy en maakt robuuste modeltraining mogelijk zonder gebruik te maken van gevoelige of bedrijfseigen gegevens.

  • T-shirt

    Een T-shirt is een kledingstuk voor het bovenlichaam met korte mouwen en een ronde of V-hals. Een T-shirt heeft geen sluiting, en wordt over het hoofd aan- en uitgedaan. De naam T-shirt wordt aan dit kledingstuk gegeven omdat het in uitgelegde vorm een hoofdletter T vormt.

  • Tapijt

    Een tapijt is een textiele vloerbedekking die bestaat uit een bovenlaag van poolvezels die doorgaans zijn vastgehecht aan een onderlaag (backing). De poolvezel bestaat bijvoorbeeld uit getorste toefen die typisch thermisch behandeld werden om hun structuur te behouden. Tapijten worden geweven, getuft, geknoopt, of geproduceerd als een non-woven (bv. naaldvilt).
    De term wordt ook vaak gebruikt als synoniem voor vloerkleed of karpet, hoewel een vloerkleed meestal kleiner is dan de breedte/lengte van de kamer en nooit wordt verkleefd.
    Wanneer een tapijt deel uitmaakt van de vloer, valt het onder de Europese Bouwproductenverordening Nr. 305/2011 (Construction Products Regulation, CPR)

  • Tapijtrug (backing)

    Een tapijtrug of backing kan uit verschillende onderdelen bestaan. De primary backing is meestal een weefsel of een nonwoven waarop de garens worden getuft. Een secondary backing is een tweede weefsel of een polymeerlaag dat op de rug van het tapijt wordt aangebracht.

  • Tapijttegel

    Een tapijttegel is doorgaans een vierkant stukgoed, hoewel ook beschikbaar in andere vormen (bv. rechthoekig). Het grootste voordeel van tapijttegels is dat bij slijtage of beschadiging enkel de versleten/beschadigde tegel vervangen moet worden in plaats van het volledige tapijt.

  • Technisch textiel

    Onder technisch textiel worden textielmaterialen en -producten verstaan die in de eerste plaats ontworpen zijn omwille van hun technische prestaties en functionele eigenschappen, eerder dan omwille van hun esthetische of decoratieve kenmerken. Dit textiel is speciaal ontworpen voor specifieke doeleinden die verder gaan dan traditionele kleding en stoffering, waarbij vaak geavanceerde materialen en technologieën worden gebruikt om de prestaties in verschillende toepassingen te verbeteren. Ze worden gebruikt in industrieën zoals de auto-industrie, luchtvaart, gezondheidszorg, bouw, sport en landbouw, waar ze gespecialiseerde functies bieden zoals duurzaamheid, sterkte, weerstand tegen vuur, chemicaliën, extreme temperaturen, geleidbaarheid, filtratie en meer. Bekende voorbeelden zijn stoffen die worden gebruikt in kogelvrije vesten, airbags, geotextiel voor bodemstabilisatie, medisch textiel voor wondverzorging en textiel voor composietversterking in luchtvaartonderdelen.

  • Technische vezel

    Technische vezels beschikken over eigenschappen die geschikt zijn voor de productie van textiel of composieten bestand tegen extreme omstandigheden (klimatologisch, industrieel gebruik, beschermende kleding) of van multifuntioneel of slim textiel.

  • Tekeningen en modellen

    De bescherming van tekeningen en modellen strekt zich uit tot het uiterlijk van een product: lijnen, omtrek, kleuren, vorm, textuur, materialen en versieringen. Wanneer het uiterlijk tweedimensionaal is (het motief op behangpapier), spreekt men van een tekening. Indien het driedimensionaal is (de vorm van een computer), dan spreekt men van een model.

  • Tencel

    Tencel is een merknaam voor lyocell, een soort cellulosevezel gemaakt van houtpulp, vaak afkomstig van eucalyptusbomen. Het staat bekend om zijn zachtheid, ademend vermogen en milieuvriendelijkheid. Tencel wordt gebruikt in verschillende toepassingen, waaronder kleding, woningtextiel en niet-geweven producten. Het wordt gewaardeerd om zijn gladde textuur, vochtafvoerende eigenschappen en biologische afbreekbaarheid.

  • Tex nummering

    Tex is de enige officieel toegestane nummering, maar in de praktijk wordt tex meestal alleen voor filamentgarens gebruikt. Tex is het gewicht in gram van 1000 m garen. Bij deze eenheid worden voorvoegsels gebruikt zoals dtex en ktex. Bijvoorbeeld 13,5 tex is 135 dtex, dus dtex is het gewicht in gram van 10000 m garen.

  • Textiel

    Textiel betekent letterlijk 'alles wat geweven is'. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord voor weven: 'texere'. Textiel is een materiaal, dat bestaat uit filamenten (eindloze draden) of vezels (korte stukjes draad). Textiel wordt geproduceerd via weven, breien, haken, knopen of vilten. Het is praktisch altijd vervormbaar en kan een, twee- of driedimensionaal zijn.

  • Textielcoating

    Tijdens het coaten van textiel wordt een laag in de vorm van een pasta aangebracht op één of op beide zijden van een (geweven, gebreid, non-woven...) substraat. Directe coating is één van de meest toegepaste technieken en is gebaseerd op het aanbrengen van één of meerdere lagen polyuretaan, PVC, acrylharsen, enz. op een textiel substraat via een rakel, mes of rol...
    Textielcoating is een methode om nieuwe eigenschappen aan textiel toe te voegen (functionaliseren van textiel).

  • Textielveredeling

    Alle mechanische en chemische processen die de kwaliteit van het textiel verhogen of de eigenschappen ervan wijzigen.

  • Textielvezel

    Al naar gelang hun oorsprong en/of verwerkingsmethode worden textielvezels onderverdeeld in natuurlijke (plantaardige of dierlijke), kunstmatige (chemische behandeling van natuurlijke grondstoffen), synthetische en minerale (metaal, basalt, keramische) vezels. De textielindustrie vereist dat de vezelinhoud wordt aangeduid op labels.

  • Textielvloerbedekking met pool, pooltapijt

    Vloerbedekking met een textiel gebruiksoppervlak gevormd door een laag garens of vezels die uitsteken van een substraat, dat kan worden vervaardigd door middel van een geweven of niet-geweven proces. De vloerbedekking kan een bepaald gebruiksoppervlak en een drager-substraat hebben (heterogeen), of een vezelaandeel dat consistent is van oppervlak tot rug (homogeen).

  • Thermische kleding

    Beschermende onder- en/of bovenkleding tegen koude. De kleding kan gemaakt zijn uit speciale garens (zoals de legendarische thermolactyl® van Damart) of PCM (phase change materials) bevatten die de lichaamstemperatuur regelen.

  • Thermo-elektrische materialen

    Thermo-elektrische materialen wekken stroom op door een temperatuurgradiënt. Omgekeerd wekt het materiaal een warmteverschil op wanneer stroom doorheen het materiaal vloeit.

  • Thermochrome materialen

    Thermochrome materialen veranderen van kleur onder invloed van temperatuurswijzigingen.

  • Thermovormen

    Thermovormen of vacuümvorming is een niet verspanende vormgevingstechniek. Het materiaal wordt eerst verwarmd waarna het plastisch vervormd wordt. Thermovormen is een proces om uit vlakke platen gevormde producten te maken. Alle materialen die bij verwarming plastisch worden (thermoplasten) kunnen in het thermovormproces toegepast worden. Bij het thermovormproces wordt onderscheid gemaakt tussen het vormen met een dunne (0,2 – 1,5 mm) en met een dikke folie. Bij het gebruik van dunne folies worden deze meestal op een grote rol als halffabricaat aangeleverd. De dikke folies worden als losse platen toegepast. Bij de dunnere folies worden de verschillende fasen van het proces meestal in één machine geïntegreerd. Bij dikke folies worden de verschillend processtappen meestal achter elkaar uitgevoerd.

  • Traagschuim

    Traagschuim, visco-elastisch schuim, geheugenschuim of nasa-schuim (merknaam TEMPUR®) bestaat vooral uit een laag resiliënt polyuretaanschuim (LRPu) en bijkomende additieven om de viscositeit en dichtheid te verhogen. Het is een materiaal dat wanneer het wordt ingedrukt langzaam tot zijn oorspronkelijke vorm terugkeert. Daarnaast wordt traagschuim zachter door lichaamswarmte. Het vindt vooral toepassing in matrassen en (hoofd)kussens om de druk op uitstekende lichaamsdelen te verminderen.

  • Treksterkte

    Meten van de kracht die nodig is om een materiaal te rekken tot het breekt. De treksterkte van een materiaal is de maximale hoeveelheid trekkracht die het aankan voor het faalt.

  • Trijp, mohair velours

    Weefsel met een korte pool van mohair. Trijp of mohair velours is een kostbare stof die gebruikt wordt als meubelbekleding, voor wandbekleding en voor galakleding. Trijp werd oorspronkelijk (sinds einde 17de eeuw) in Utrecht gefabriceerd.

  • Tuften

    Tuften is een methode om hoogpolig textiel, zoals fluweel, velours, pluche en hoogpolig tapijt, te vervaardigen. Het principe van het tuften lijkt op dat van een naaimachine. Een ingestelde lengte aan poolgaren wordt met een naald door een ondergrond (weefsel of vlies) geprikt. Deze ondergrond of rug wordt primary backing genoemd. In tegenstelling tot het naaiprincipe wordt de pool niet met een extra garen vastgezet maar door een grijper tijdelijk vastgehouden. De naald gaat daarna terug en de pool wordt losgelaten. De ondergrond schuift op en er wordt een nieuwe lus gevormd. Op deze manier ontstaat vloerbedekking met een lussenpool. Deze lus kan tijdens het tuften doorgesneden worden. Er ontstaat dan een vloerbedekking met gesneden pool ook wel velourstapijt genoemd. Om de pool vast te zetten wordt een tweede rug (secondary backing) onder het getufte materiaal aangebracht.

  • Tule

    Tule is een stof met een mazenweefsel en is verkrijgbaar in verschillende fijnheden, van jute-achtig lint tot zeer fijn gaas. Tule is zeer geschikt voor bruids- en avondmode, vanwege de doorzichtigheid. Het werd vroeger geklost met de hand en elke soort kant had zijn eigen tule-patroon.

  • Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV)

    Het UPV-beleid (hoofdstuk 2, artikel 8 van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen) vereist dat producenten verantwoordelijkheid nemen voor hun producten vanaf de creatie tot aan de verwijdering door burgers. Als dit beleid goed wordt geïmplementeerd, kan het de efficiëntie van het inzamelen, sorteren, hergebruiken, repareren en recyclen van afgedankt textiel sterk verbeteren. Bovendien bevordert UPV de transparantie in de wereldwijde materiaalstromen en stimuleert het investeringen in de noodzakelijke infrastructuur voor hergebruik en recycling op grote schaal.

  • Ultravioletbeschermingsfactor (UPF)

    Ultravioletbeschermingsfactor (UPF) is een standaard die wordt gebruikt om de bescherming tegen zonnebrand te meten. Het UPF-systeem is relatief nieuw en werd speciaal ontwikkeld voor beschermende textielmaterialen en kleding tegen de zon. UPF-metingen van textiel worden over het algemeen getest met behulp van spectrofotometerapparatuur en worden niet getest op menselijke proefpersonen. De UPF-waarde geeft aan hoeveel UV-straling van de zon door de stof wordt geabsorbeerd. Een stof met een UPF-classificatie van 50 laat bijvoorbeeld slechts 1/50e van de UV-stralen van de zon door. Dit betekent dat deze stof de blootstelling van je huid aan UV-straling 50 keer vermindert (98% UV-blokkering) op de plekken waar de huid door de stof wordt beschermd.

  • Verklaarbare Kunstmatige Intelligentie (XAI)

    XAI zijn AI-systemen die zijn ontworpen om duidelijke, begrijpelijke uitleg te geven over hun beslissingen en acties. Dit vergroot het vertrouwen in en de controleerbaarheid van AI, waardoor het voor mensen eenvoudiger wordt om AI-beslissingen te interpreteren en te verifiëren.

  • Vertakte polymeer

    In de polymeerchemie is vertakking de regelmatige of onregelmatige toevoeging van zijketens aan de ruggengraatketen van een polymeer. Dit gebeurt wanneer een substituent (bv. een waterstofatoom) op een monomeersubunit wordt vervangen door een andere covalent gebonden keten van dat polymeer of, in het geval van een entcopolymeer, door een keten van een ander type. Vertakte polymeren hebben compactere en symmetrischere moleculaire conformatie en vertonen intraheterogeen dynamisch gedrag in vergelijking met onvertakte polymeren.

  • Verven

    De meeste textielmaterialen kunnen tijdens elke productiefase worden geverfd. Kwaliteitsstoffen uit wol worden vaak in de vezel geverfd.

  • Vezel

    Vezels zijn materiaaleenheden waarvan de lengte minstens 100 keer groter is dan de diameter of breedte. Vezels die geschikt zijn voor textiel beschikken over voldoende lengte, fijnheid en flexibiliteit om tot garens te worden verwerkt en om te weerstaan aan het beoogde gebruik van het afgewerkte weefsel.

  • Vezelversterkte kunststoffen (FRP)

    Vezelversterkte polymeermaterialen bestaan uit vezels, met een grote sterkte en modulus die worden verbonden met de matrix. De verschillende componenten kunnen een verschillende fysische en chemische aard hebben.

  • Vilt

    Vilt is een niet-geweven textielsoort die wordt vervaardigd door samenpersing van wol, haze- of konijnenhaar. De vezels worden met heet water behandeld en vormen door krimpen de structuur van het materiaal. Vilt moet altijd ten minste 30% wol bevatten omwille van de kenmerkende schubben van wol. Als de vezels langs elkaar schuiven en de schubben zijn tegengesteld gericht dan zullen de schubben in elkaar haken. Vilt wordt toegepast in de productie van o.a. hoeden, biljartlakens en industrieel textiel (afwatering in papierindustrie).

  • Viscose

    In 1891 ontdekten Cross en Bevan de fabricagetechniek van viscose, als vervangingsproduct voor natuurzijde, waarbij cellulose uit hout of katoen wordt behandeld met natriumhydroxide, en dan vermengd met koolstofdisulfide. Hierbij wordt cellulosexanthaat gevormd dat wordt opgelost in meer natriumhydroxide. Dit vormt de viscose-oplossing.

  • Vlamvertragende Chemicaliën

    Een vlamvertragende chemische stof is een stof die wordt toegevoegd aan materialen om de verspreiding van vuur tegen te gaan. Deze chemicaliën werken door te interfereren met het verbrandingsproces in verschillende stadia, zoals tijdens verhitting, decompositie, ontsteking of vlamuitbreiding. Vlamvertragers kunnen worden gebruikt in een verscheidenheid aan materialen, waaronder kunststoffen, textiel en bouwmaterialen, om hun brandwerende eigenschappen te verbeteren. Klassen vlamvertragende chemicaliën zijn onder andere:

    Gehalogeneerde vlamvertragers: Deze bevatten broom of chloor, waardoor halogeenradicalen vrijkomen die het verbrandingsproces onderbreken. Voorbeelden zijn polybroomdifenylethers (PBDE's) en gechloreerde paraffines.

    Vlamvertragers op basis van fosfor: Deze vertragers vormen vaak een beschermende koolstoflaag op het oppervlak van het materiaal, isoleren het van de hittebron en verminderen de brandbaarheid. Voorbeelden zijn organofosfaten en ammoniumpolyfosfaat.

    Anorganische vlamvertragers: Dit zijn verbindingen zoals aluminiumhydroxide en magnesiumhydroxide, die waterdamp afgeven bij verhitting, waardoor het materiaal afkoelt en brandbare gassen verdund worden.

    Vlamvertragers op basis van stikstof: Deze werken door de vorming van onbrandbare gassen zoals stikstof, die de zuurstof rond de vlam kunnen verdunnen. Voorbeelden zijn melamine en zijn derivaten.

    Intumescente (opzwellende) vlamvertragers: Deze zorgen ervoor dat het materiaal opzwelt wanneer het wordt blootgesteld aan hitte, waardoor een isolerende barrière wordt gevormd die het onderliggende materiaal beschermt tegen de vlammen.

  • Vlas

    Vlas (Linum usitatissimum) is een plant uit de vlasfamilie (Linaceae). Textiel gemaakt uit vlas wordt linnen genoemd en traditioneel gebruikt voor beddenlakens, ondergoed en tafellinnen.

  • Vlasvezel

    Lange vlasvezels dienen als grondstof voor linnen. Eerst gingen de korte vezels (klodden) naar een touwslagerij en werden de gebroken stukjes stengel (lemen) aangewend als brandstof. Later ontdekte men dat de klodden ook gebruikt kunnen worden om papier te vervaardigen. Amerikaanse dollarbiljetten worden nog steeds van vlas gemaakt. Vlasvezels worden vandaag steeds vaker gebruikt als vezelversterking in composietmaterialen.

  • Voering

    Een voering is de binnenste laag (stof, bont of ander materiaal) van een kledingstuk, een hoed, koffers, gordijnen, handtassen en gelijkaardige objecten.

  • Voile

    Wijdmazig, iets transparant weefsel, vervaardigd van garen met een sterke twist, in effenbinding. Meest gebruikte grondstoffen zijn katoen of linnen, maar ook zijde en kunstmatig vervaardigde garens als polyester of viscose worden gebruikt. De term ‘voile’ is afgeleid van het Franse woord voor sluier, dat op zijn beurt afgeleid is van het Latijnse 'velum' voor sluier.

  • Vormgeheugen polymeren

    Slimme polymeermaterialen die van een (tijdelijke) gedeformeerde toestand kunnen terugkeren naar hun oorspronkelijke (permanente) vorm door een externe prikkel zoals een temperatuurwijziging.

  • Wasvoorschrift

    Een wasvoorschrift omschrijft hoe een textielproduct bij het wassen behandeld moet worden. Het wordt vaak bevestigd aan het textielproduct in de vorm van een etiket, tegenwoordig wordt het ook regelmatig aan de binnenkant van de kleding gedrukt. De ISO pictogrammen zijn handelsmerken van het in 1963 opgerichte GINETEX (Groupement International d'Etiquetage pour l'Entretien des Textiles).

  • Weefsel

    Weefsels worden geproduceerd door garens en/of vezels tot een structuur te verstrengelen die bepaald worden door het materiaal en door de toegepaste methode. De meeste weefsels worden geproduceerd door weven of breien. Anderen weefsels zijn netten, kant en vlechten.

  • Weefsel

    Textielweefsel verwijst naar elk materiaal dat wordt gemaakt door vezels of garens te weven, te breien, te haken of aan elkaar te hechten. Deze stoffen worden vaak gebruikt voor kleding en stoffering, maar worden ook toegepast in verschillende meer technische toepassingen. Weefsels kunnen worden gemaakt van natuurlijke vezels zoals katoen, wol, zijde en linnen, of van synthetische vezels zoals polyester, nylon en acryl. De keuze van de vezel en de productiemethode zijn van grote invloed op de textuur, de sterkte en het uiterlijk van de stof. Een weefsel dient zowel functionele als esthetische doeleinden en biedt comfort, bescherming en stijl in verschillende toepassingen.

  • Werkkleding

    Werkkleding of bedrijfskleding is speciale kleding die het werken veiliger maakt, of door de overheid verplicht is. Werkkleding is onderworpen aan regelgeving betreffende gebruik en onderhoud.

  • Weven

    Weven gebeurt op een weefgetouw waarop twee sets draden loodrecht met elkaar worden vervlochten: de kettingdraad die over de lengte loopt en de inslagdraad die de kettingdraden kruist. De kettingdraden worden strak en parallel ten opzichte van elkaar gehouden op het getouw.

  • Wolvezel

    Van buiten naar binnen bestaat de wolvezel uit vier lagen: de hoornachtige schubbenlaag (cuticula), het tussenmembraan (subcutis), de schorslaag (cortex) en het merg (medulla).

  • X versus Y document

    Na het indienen van een patentaanvraag onderzoekt de overheid of de uitvinding onder andere NIEUW en INVENTIEF is ten opzichte van wat al in de WERELD gekend is vooraleer een patent toe te kennen. Op het onderzoeksrapport dat de aanvrager daarover ontvangt worden soms X en/of Y documenten vermeld:
    X-documenten geven voor (een deel van) de uitvinding aan dat de uitvinding niet NIEUW is; in het licht van deze documenten kan je de uitvinding niet nieuw noemen
    Y-documenten geven voor (een deel van) de uitvinding aan dat de uitvinding niet INVENTIEF is; in het licht van deze documenten kan je de uitvinding niet inventief noemen
    Een rapport waarin veel X en Y documenten voorkomen is dus ‘geen positief’ rapport.

  • Zero-Shot Learning

    Zero-Shot Learning is een machine-leermethode waarbij een model objecten of concepten kan herkennen en classificeren die het nog nooit eerder heeft gezien. Het vermindert de behoefte aan uitgebreide gelabelde trainingsgegevens en maakt AI-systemen flexibeler en beter aanpasbaar.

  • Zijdevezel

    Zijde is een natuurlijke substantie die wordt afgescheiden door bepaalde insecten, zoals de zijderups (Bombyx mori). Er zijn ook bepaalde spinnen die geschikt zijn voor de zijdeteelt. Zowel de textielvezel als het uiteindelijke textiel wordt aangeduid als zijde. Zijden weefsels zijn geliefd vanwege hun glans, souplesse en zachte textuur.

  • Zuivere scheerwol

    Niet alle wol mag “zuivere scheerwol” worden genoemd. Alleen de direct verwerkte, eerste schering van gezonde levende schapen krijgt deze naam. In tegenstelling tot gewone wol hebben de vezels een natuurlijke glans.

  • Zwarte Zwaan

    Een "zwarte zwaan"-gebeurtenis verwijst naar een onverwachte, hoogst onwaarschijnlijke gebeurtenis die aanzienlijke en vaak catastrofale gevolgen heeft. Het concept werd gepopulariseerd door de voormalige handelaar Nassim Nicholas Taleb in zijn boek "The Black Swan: The Impact of the Highly Improbable" uit 2007. Zwarte zwaangebeurtenissen worden gekenmerkt door drie hoofdkenmerken:

    Zeldzaamheid: Ze zijn extreem zeldzaam en liggen buiten het bereik van reguliere verwachtingen. Niets in het verleden kan overtuigend wijzen op de mogelijkheid van zo'n gebeurtenis.
    Ernstige impact: Als ze zich voordoen, hebben ze een grote impact en veroorzaken ze een aanzienlijke verstoring, zowel financieel, operationeel als qua reputatie.
    Voorspelbaarheid achteraf: Nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden, rationaliseren mensen vaak dat het achteraf gezien voorspelbaar was, ondanks dat het vooraf niet was voorzien.

    Voorbeelden van zwarte zwaangebeurtenissen in het bedrijfsleven zijn de financiële crisis van 2008, het uiteenspatten van de dot-com-zeepbel of de COVID-19 pandemie. Deze gebeurtenissen hadden enorme, wijdverspreide gevolgen voor bedrijven en economieën en werden grotendeels niet voorzien door de meeste analisten en besluitvormers.

    Bedrijven kunnen proberen de risico's van potentiële zwarte zwanen te beheersen door strategieën te gebruiken zoals diversificatie, het opstellen van robuuste noodplannen en het handhaven van een flexibele en adaptieve organisatiestructuur. Zwarte zwaangebeurtenissen zijn echter van nature moeilijk te voorspellen en uitgebreid op voor te bereiden.